Dossiermoddergat.nl

gerardtonenblogt

Tuinhuis

Donderdag 22 november, Nijmegen

Veertig jaar lang liep ik elke paaszaterdag met het mannelijk deel van mijn familie naar Lent, een dorpje dat over de Waal lag en nu is ingelijfd door Nijmegen. Deze familietraditie was misschien ooit het laatste mannelijke bolwerk van Nederland. Vrouwelijke familieleden mochten beslist niet meelopen. Uit protest hielden de dames ooit een alternatieve Paastocht maar dat werd nooit een familietraditie, het bleef bij één keer. Waardoor duidelijk was waarom alleen mannelijke familieleden mochten meelopen. Voor Paastocht heb je doorzettingsvermogen nodig. Om het een en ander te relativeren. Het mannelijk deel van de familie bestond uit vier personen en de tocht was niet langer dan 6 kilometer.
Na veertig jaar bestaat de familietraditie niet meer. Een deel van de familie werd zo krakkemikkig dat die 6 kilometer niet meer werd gehaald. De laatste keer, 8 jaar geleden?, deden we het met de auto, een surrogaat dat niet echt beviel. Einde familietraditie. Dit betekende dat ik nog minder in Nijmegen kwam, laat staan in Lent.
Vandaag kwam daar na lange tijd verandering in. Ik maak met Jan, mijn oom, een biografisch boek waarin tekst en foto zijn gecombineerd. Lent mag daarin zeker niet ontbreken. En Lent wil zeggen het boerderijtje waar Toon nu alleen woont. Al die veertig jaar was het ons uiteindelijke reisdoel. Vroeger woonde hij er met zijn ouders en zus. De meeste jaren dat we er heen liepen alleen met zijn zus. In de loop van de jaren werd het steeds rustiger in huis. Een ding bleef altijd constant: de onberispelijkheid van zijn tuin. Aan de ene kant van het tuinpad de moestuin, aan de andere kant het gazon met het tuinhuis.

Jan en ik rijden over de Waalbrug naar Lent. Ik schrik me te pletter. Lent? Lent bestaat niet meer. Waar ooit een paar honderd mensen woonden, leven nu duizenden, er is een nieuwe stad uit de grond gestampt. Het landschap waar we altijd zingend doorheen liepen is totaal op de schop gegaan en is voor een deel een arm van de Waal geworden. Daar ligt mijn verleden aan diggelen. Alle vertrouwde beelden in mijn hoofd moet ik bijstellen.
De grootste schok komt als we de Vossenpels inrijden. Het boerderijtje dat ooit vrij uitkeek op Betuwse boomgaarden is omgeven door bouwactiviteit. Ik feliciteer Toon omdat zijn huis vermoedelijk twee tot drie ton meer waard is. Maar Toon geeft aan dat hij daar niets aan heeft. Hij wil het uitzicht en de boomgaarden terug.

Toon is ook niet meer de oude. Een paar geleden kreeg hij een hersenbloeding. Hij genas er wonderwel van maar het praten gaat niet mee zo goed, soms kan ik hem niet verstaan. De moestuin ligt er kaal en koud bij. Het tuinhuis is vervallen, de deur gaat met moeite open. De inkt van het sigarenkistje in het tuinhuis waarin wij ooit onze namen en het jaartal schreven, was het 1979?, is door de tijd uitgewist. Ik neem foto’s van het huisje waarin wij ooit onze glaasjes jonge jenever dronken, onderdeel van onze familietraditie. We nemen afscheid van Toon. Grote kans dat het ons laatste afscheid is. Ik kijk nog een keer naar het tuinhuisje waarvan ik ooit droomde dat het mijn schrijfhuisje werd. Ondertussen rijden betonwagens af en aan.

Gevonden

Donderdag 22 november

alle rechten voorbehouden © gerard tonen 2018