Dossiermoddergat.nl
gerardtonenblogt2019, april
Jong
Zaterdag 27 april, Saint-Hippolyte-du-Fort
–
Och, als je jong bent weet je niets.
Dan weet je niet eens dat woorden gewicht
hebben en steeds zwaarder op je drukken.
Je weet niet eens dat je ouder wordt
en dat de dood bestaat. Dood is een verzinsel
van oude mensen en dingen die voorbij gaan.
Je weet niet eens dat elke liefde, hoe groot ook,
eens zal eindigen. Wat je niet wilt weten zijn leugens
van mensen die te oud zijn om nog te leven.
De zwaartekracht, je weet het niet. Dat je moet
ademhalen, het is je onbekend. Dat je later
wordt ingedeeld in schalen en salarisstroken
krijgt. Onzin dingen bestaan niet en hoeven
niet te bestaan. Dat weet je. En al dat lullen van
de mensen, je verstaat ze niet eens. Ballast van
mensen die eigenlijk niet bestaan, die de dingen niet
eens zien. Je kunt kijken, wat moet je dan nog weten.
Och, als je jong bent weet je niets.
Je weet niet eens dat je ouder wordt en dat
als je ouder bent dat je dan je nog steeds niets weet.
Als je jong bent, weet je gelukkig helemaal niets.
Nieuwsgierig
Dinsdag 23 april, Saint-Hippolyte-du-Fort
Dossiermoddergat is geen dagboek. Het is een verzameling snippers, gevonden voorwerpen, wat fotootjes. Het is een soort jutmuseum van mijn leven. Ik reis, wandel, kom dingen tegen en die sla ik op in Het Dossier. Ik heb de stille hoop dat het na verloop van tijd een beeld geeft van de tijd waarin ik leef. Zo niet, geen man over boord. Ik heb er nou eenmaal plezier in om hier en daar wat op te rapen en vast te leggen opdat het niet verloren gaat.
Dat neemt niet weg dat ik me kan voorstellen dat de lezer van Het Dossier nieuwsgierig is naar ons reilen en zeilen hier in Frankrijk, ons leven in een chambres d’hôtes. Ik heb er tot nu toe opmerkelijk weinig over geschreven en daar waren ook wel redenen voor. De belangrijkste: we hadden het gewoon erg druk.
Op de eerste plaats hadden we het druk met het naar onze hand zetten van het huis. Het was een paar maanden niet gebruikt en dan moet alles toch weer gaan leven. Bovendien was het niet ons huis en het was toch wel de bedoeling dat het ons huis werd, dat het onze geur krijgt en dat bedoel ik, voor degene die kwaad wil, metaforisch en niet letterlijk. Nu onze kunst hangt, onze meubels een plaats hebben gevonden en een aantal dingen zijn gerepareerd, zoals een televisie die op een kamer er slordig bij hing, wordt het steeds meer ons huis en genieten we van de weelde van de ruimte. Ik heb altijd gepleit voor kleine huizen, maar zoals het met al mijn principes gaat, ook deze treed ik weer met voeten en geniet ik van de paleisachtige allure van Les Trois Comtes.
Op de tweede plaats zijn we druk geweest met het regelen van allerlei administratieve zaken. Zoals het importeren van de auto, het regelen van zorgverzekeringen, het opzetten van een onderneming. Daar zijn we nog helemaal niet mee klaar want als ons één ding duidelijk is, dan is het wel dat Frankrijk nog in de jaren vijftig, zestig leeft. De digitalisering heeft hier nauwelijks zijn intrede gedaan. Men is hier gek op het maken van analoge afspraken en het dan invullen van veel formulieren. Onder die formulieren moeten dan stukken liggen die moeten bewijzen dat wij bestaan. Vervolgens gaan diverse mensen die stukken heel nauwkeurig bestuderen en voorzien van parafen. Tenminste, dat denk ik, want alles wat met officiële zaken te maken heeft, duurt lang, heel erg lang en niets kan online.
Op de derde plaats heb ik weinig geschreven omdat ik me ook nog een kat in een vreemd pakhuis voel. Frankrijk, het huis, het voelt nog niet als een jas die past. Het wennen, het positie bepalen kost tijd en energie waardoor je niet even lekker ontspannen achter je laptop gaat zitten reflecteren. Het is momenteel geen tijd om te reflecteren, er dient geleefd te worden.
En de vierde reden heeft met het werk in onze chambres d’hôtes te maken. We hebben tot nu toe zo’n 35 gasten ontvangen, een gevarieerd gezelschap. Zo waren acht Schotten een paar dagen bij ons op bezoek. Overdag maakten ze lange wandelingen, ’s avonds schoven ze aan onze tafel aan om te eten en te drinken. Dat levert veel werk op. En totaal ander werk dan we gewend zijn. We schrijven geen beleidsnota’s meer, houden ons niet meer bezig met personeelswerk, hoeven geen voorstellingen meer te zien die je stiekem toch oninteressant vindt en je een verloren avond opleveren, het eindeloos vergaderen hebben we achter ons gelaten, hebben geen gedoe meer met stroperige bureaucratie en onwelwillende ambtenaren, we hoeven niet meer avond en aan avond in een theater representatief aan de voordeur te staan, geen subsidies meer aan te vragen en te lobbyen. Het werk wat we doen heeft eenvoudige en eerlijke proporties aangenomen. We dienen goed te zijn voor onze gasten, de bedden moeten er picobello proper uitzien, de wc gepoetst, het eten lekker, het huis opgeruimd. Onze tamelijk abstracte werk heeft zich omgezet naar concreet, fysiek werk. Vinden we dat leuk? Tot nu toe vinden we het heerlijk. We voelen een enorme vrijheid. In alles wat we doen bepalen wij hoe en wanneer het gebeurt. Zo geven we vanmiddag er de brui aan en maken we een uitstapje naar Nïmes. Nou moet ik het niet te mooi voorstellen want het komen en gaan van gasten bepaalt ons werkritme, al hebben we daar veel vrijheid in. Neemt niet weg dat de lakens moeten worden gestreken en de sinaasappels gekocht opdat we morgen de jus d’orange kunnen persen. Het leven is opmerkelijk overzichtelijk en concreet geworden, voor een niet-religieuze taoïst als ik is dat een heerlijk gegeven.
Is alles rozengeur en maneschijn? Nee. Het meest verontrust mij, heel triviaal en nooit gedacht, mijn knieën. Mijn moeder had zeer zwakke knieën, is daar diverse keren aan geopereerd. Ik dacht altijd dat ik veel op haar leek, maar gelukkig niet op haar knieën. En verdomd, door dit grote huis met zijn vele, vele trappen, spelen mijn knieën op. Ik moet erg opletten hoe vaak ik naar boven en beneden loop. Oh, was ik nog maar een jonge god.
Eigenlijk vinden we alle aspecten van ons werk erg leuk, behalve het strijken. Jezus, wat heb je door al die gasten veel wasgoed. Elke dag hebben we daarom verplicht een uurtje strijken ingesteld. Vervelend werk. Maar we hebben één troost. Als we aan het strijken zijn en Radio 1 staat aan dan realiseren we ons elke keer weer dat we hier ontspannen fysieke arbeid doen en gelukkig geen subsidieverzoek hoeven te schrijven waarvan het maar de vraag is of het wordt gehonoreerd.
Het allerfijnste is wel dat we ontzettende leuke gasten krijgen. Toen we hier aan begonnen vreesden we ook wel een beetje dat we wat verveelde mensen zouden trekken. Het tegendeel is het geval. De gasten die we tot nu toe mochten ontvangen konden zo onze vrienden worden. Het is een divers gezelschap dat uit de hele wereld komt. Het aankomend jaar mogen we mensen ontvangen uit alle werelddelen. In april ontvingen we Zwitsers, Belgen, Nederlanders, Fransen, Schotten en Canadezen. Les Trois Comtes is een internationaal trefpunt blijkt.
Belangrijke vraag was natuurlijk hoe ons dat gastheer- en gastvrouwschap zou bevallen. Onze gasten beviel het tot nu toe prima want de eerste vier reviews leverden meteen vier tienen op. Goed voor het zelfvertrouwen, zullen we maar zeggen.
Nog een ander ding is ons een grote vreugde: de omgeving van Saint-Hippolyte-du-Fort. De Cevennen zijn meer dan prachtig. De natuur is er wild en onontdekt. Op 50 kilometer van ons huis vandaan, midden in de Cevennen, kwamen we tot onze verrassing zelfs een wintersportgebiedje tegen. Het gebied met zijn valleien, zijn gorges en droge hoogvlaktes blijft ons keer op keer verrassen.
Voor wie denkt dat wij achter het oude provinciale behang zijn weggestopt heeft het mis. Vlak bij ons liggen het hippe Montpellier, stad aan de Middellandse zee, het keurige, rijke Nïmes en de werkelijke culturele hoofdstad van Europa, Avignon. Ik moet nu ophouden want zoals gezegd gaan we vanmiddag naar Nïmes. Maak je niet ongerust over ons, als je dat al deed, het gaat ons goed. De jas past ons steeds beter, al had ik zelf nooit gedacht ooit in Saint-Hippolyte-du-Fort te gaan wonen. Het blijft een vreemd avontuur.
Biografie
Zaterdag 20 april, Saint-Hippolyte-du-Fort
Biografie
Of je nou als jongetje door de Hartertse Vennen dwaalt,
of als jonge man door het Hoge Land in Groningen rijdt,
En later, middelbaar, over het wad bij Moddergat zwerft,
en nog later, als man op leeftijd in de Cevennen woont,
waar je ook woont en reist,
het landschap wordt altijd jij.
Bloesem
Vrijdag 19 april, Saint-Hippolyte-du-Fort
Kersenbloesem
Bijen vliegen aan
en af. De boom gonst:
het nieuwe leven.
alle rechten voorbehouden © gerard tonen 2019