Dossiermoddergat.nl

gerardtonenblogt

2018, mei

Donderdag 31 mei, Lhee

De afgelopen weken was dit de kraamkamer voor vijf pimpelmezen. Wyb had het geluk vanochtend op onze tuinbank te zitten en ze een voor een te zien uitvliegen. Moeder pimpelmees vloog met een dikke worm naar het nest. Eerst ging ze naar binnen. Toch kwam ze met de worm weer naar buiten. De kleine pimpels waren zwaar verontwaardigd. Waarom gaf ma pimpel die lekkere dikke worm niet? Ze wisten niet dat ma pimpelmees met het meest belangrijke opvoedingsmoment van deze leg bezig was. Als jonge vogels op zichzelf kunnen staan, moeten ze naar buiten. Door met die lekkere worm weer naar buiten te vliegen, kwamen haar jongen naar buiten. Opeens zagen ze de grote wereld. Geen probleem, want vier vlogen er wat onhandig naar de boom tegenover hun nest. Een, de kleinste, was onhandig. Dom viel hij in de struiken onder zijn nest. Gelukkig herstelde hij zich en vloog hij zijn broertjes en zusje achterna.
Onze grootste angst is altijd dat de seriemoordenaar in ons gezin hier lucht van krijgt en het nieuwe leven meteen de nek omdraait. Tot haar geruststelling zag Wyb de seriemoordenaar lui op de tuintafel liggen met zijn rug naar de strenge exercitie van pa en ma pimpelmees. Vijf nieuwe pimpelmezen op deze aarde, heugelijk nieuws.

Woensdag 30 mei, Ameland/Lhee

Twee foto’s gemaakt op de boot van Holwerd naar Ameland.

Dinsdag 29 mei, Arnhem

2x station Arnhem.

Maandag 28 mei, Ameland/Lhee

We zijn samen op de verjaardag van Malu op Ameland. Als we terug willen naar het vasteland blijkt er een enorme massa mensen op de boot te wachten. Bij de vorige boot konden al een heleboel mensen niet mee. Komt bij dat het eb is en de boten moeizaam over het wad manoeuvreren. Er is een uur vertraging.
Daarom besluiten we de watertaxi te nemen. Dat kost wat, maar minder als je de kosten met een aantal andere mensen deelt. Met de watertaxi sta je met tien minuten aan de overkant. Het is bovendien een soort kermisspektakel. Met enorme snelheid raas je over het wad. Het scheelt zomaar 2,5 uur. Het bijzondere is dat het totaal onverwachte foto’s oplevert. Nooit gedacht dat ik ooit zulke foto’s kon nemen. Toch mooi.

Zondag 27 mei, Ameland

Malu, 8 jaar.
Een van haar verjaardagscadeaus is een fototoestel, gekregen van Lies en Paul. Perfect cadeau, vind ik. Had ik zelf ook wel willen geven. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Een paar maanden geleden, toen ze in Marokko op vakantie was, heeft ze veel gefotografeerd, vond het prachtig. Vandaag begint ze meteen opnieuw met fotograferen.

Zaterdag 26 mei, Amsterdam/Lhee

Ik voel me soms de Simon Carmiggelt onder de fotografen.

Vrijdag 25 mei, Lhee

Opknapbeurt van ons huisje. Wat grauw en grijs was, wordt opeens weer wit. Kale en verrotte plekken verdwijnen onder de handen van de schilder. Voor wie mocht denken dat ik degene ben die op de ladder staat: ik moet er niet aan denken. We hebben een klein huisje, maar zelf het beklimmen van deze ladder is voor mij al te hoog. Laat staan dat ik een gereedschap zou kunnen hanteren. Het idee dat ik dat zou kunnen heb ik al jaren geleden achter me gelaten. Leve de vakman, leve de schilder!

Donderdag 24 mei, Dwingeloo

Het is onrustbarend hoe het aantal insecten afneemt. Het is ook onrustbarend hoe het aantal vogels af neemt. Over deze zeer verontrustende feiten hoor ik nog wel eens iemand. Gelukkig. Al weet ik niet of er ook luisteraars zijn. Waar ik niemand over hoor, is dat het aantal kinderen dat in bomen klimt ongelooflijk is afgenomen vergeleken met twintig jaar geleden. We wonen nu vier jaar in Dwingeloo en ik heb nog nooit een kind in een boom zien klimmen. Wij deden niets anders. Of er een causaal verband is met die insecten en die vogels weet ik niet. Feit is dat kinderen die in bomen klimmen zeldzaam zijn. Neemt niet weg dat ik er eergisteren voor het eerst in vier jaar een zag. Ik heb meteen een foto genomen. Een foto van een zeldzaamheid.

Woensdag 23 mei, Hoogeveen

Ik rij door Hoogeveen en zie dan dit verschrikkelijke beeld. Een klein, groen mannetje dat iemand met kettingen aan een boom heeft geketend. Welke schoft heeft dit gedaan? Met wat voor een nut? Waarom wordt het arme mannetje niet bevrijd? Ik heb meteen de politie gebeld maar die vond het niet nodig om in te grijpen. Hoe is het toch mogelijk dat wij, mensen, zo omgaan met kleine, groene mannetjes.

Dinsdag 22 mei, Cartagena/Lhee

2x het geel van Colombia.

Maandag 21 mei, Moddergat/Lhee

Nog 3x Troef.
Boven Troef met Wyb op de dijk bij Moddergat.
Midden Troef met zijn baas, die hem komt ophalen.
Onder Troef met Wyb en zijn vrouwtje bij het afscheid van de logé.

Zondag 19 mei, Lhee

Zo’n dag waar ik helemaal geen hekel aan heb. Een beetje hangen in de hangmat. Twee honden aaien. Af en toe wat eten en drinken. Wyb landt weer op aarde na een drukke jubileumweek van Ogterop. The living is easy.

Zaterdag 19 mei, Amsterdam

2x Rembrandt

Vrijdag 18 mei, Lhee

We hebben dit weekend een logé: Troef. Zijn baas en vrouw zijn golfen in Duitsland. Gijs heeft er de pest in, hij begrijpt niet waarom wij altijd een hond in huis nemen. Ik geloof dat Troef wel een beetje heimwee naar zijn baas en vrouw heeft. Belangrijkste eigenschap van Troef is dat hij kan praten. De hele dag door probeert hij dingen tegen ons te zeggen, door te praten, te fluiten en te kreunen. Jammer genoeg spreken wij zijn taal niet. Dat gemis compenseren we door  veel over zijn buik te aaien. Hij heeft ons inmiddels duidelijk gemaakt dat hij daar gek op is.
Ik vind Troef in kleur toch mooier.

Donderdag 17 mei, Lhee

De dag van de generale repetitie van Mevrouw Ogterop. Veel belangstelling van de familie. Jan en Connie logeren in Lhee. Anne komt op en neer uit Amsterdam. Anneke komt uit Kollum. Alle windstreken zijn hiermee vertegenwoordigd.

Woensdag 16 mei, Lhee

De hond staat bij ons nu eenmaal op een voetstuk. Goed dat we die kastanjeboom niet tot aan de wortel hebben laten kappen. Gezien de hoeveelheid blad heeft de stomp er nog wel zin in.

Dinsdag 15 mei, Lhee

Zeer tevreden met mijn nieuwe redacteur.

Maandag 14 mei, Lhee

We wandelen door het bos. ‘Ik hoor de bomen praten,’ zegt Wyb. Praten? Ik kijk haar vertwijfeld aan. Wordt het tijd voor de huisarts? We wandelen naar Aniek en Jasper die tijdelijk in een vakantiehuisje wonen. ‘Heb je gehoord dat de bomen praten?’ vraagt Aniek. Praten? Zijn ze nou helemaal gek geworden? ‘Het zijn de rupsen,’ zegt Aniek. ‘De bomen zitten onder de rupsen. Je hoort ze vreten, je hoort ze hun afval afscheiden.’
Ondanks mijn oudere, verslechterde oren hoor ik het later ook. De rupsen vreten massaal de bladeren. Natuurlijk moeten ze dat vreten later ergens lozen. Overal hoor je de rupsen bezig. Een plaag. Met mijn slechte oren, mijn oude oren, hoor ik het nauwelijks. Anderen horen de rupsen bezig. Overal liggen hun kleine poepjes; overal zitten de gaten in de bladeren van hun vreten. Er is sprake van een rupseninvasie. Uit de bomen vallen kleine groene rupsjes. Het houdt niet op. Je hoort de bomen praten.

Zondag 13 mei, Lhee

Op de eerste foto, bovenste rij vlnr: Wyb, moeder, zus, nicht. Onderste rij vlnr: Franka. Een middagje familie levert altijd weer verrassende activiteiten op. Onderste foto: Boris, hond van Esther, die hem in razend tempo over allerlei circuits kan jagen.

Zaterdag 12 mei, Lhee

Soms is Wyb een kunstacademiemeisje, soms een dame, soms Meryl Streep. Vandaag vind ik Wyb er opmerkelijk Frans uit zien. Geel bloesje, blauw vestje, korte broek, een Frans famke. Tijdens de wandeling toch even vastleggen. Die hond erbij doet het ook goed.

Vrijdag 11 mei, Groningen/Lhee

2x Groningen.

Donderdag 10 mei, Eindhoven

We rijden naar Eindhoven om mijn tante An te bezoeken. Mijn tante is 83 en woont in een verzorgingshuis. Tante An lijkt steeds meer op mijn moeder, steeds minder herinneringen, steeds minder weten, steeds minder kunnen.
Tante An heeft een grote rol in mijn leven gespeeld. Mijn tante en oom, al lang geleden overleden, waren niet alleen familie van mijn ouders maar ook vrienden. Mijn jeugd is verweven met het leven van mijn tante, oom en nicht. Mijn nicht heeft intensief voor haar moeder gezorgd toen ze nog thuis woonde. Tot het niet langer meer kon. Met pijn in haar hart moest ze de verzorging afstaan aan het verzorgingshuis.
Al een tijd lang had ik het idee dat ik mijn tante nog eens moest bezoeken. De laatste keer dat ik haar zag was op haar 80ste verjaardag. Te lang geleden. Ik moest haar toch zeker nog één keer zien. Zo reisden Wyb en ik af naar Eindhoven. Eerst naar Yvonne, mijn nicht. Vervolgens samen naar tante An. Ik heb regelmatig contact met mijn nicht en dan hoor ik dezelfde ontluisterende verhalen die ik zo goed, te goed, van mijn moeder ken.
Het vertrek van mijn tante naar een verzorgingshuis betekende ook dat mijn nicht haar ouderlijk huis moest verkopen. Uit eigen ervaring weet ik dat het leeghalen van een ouderlijk huis geen sinecure is. Een mens verzamelt wat troep in zijn leven, zeker als je je hele leven in hetzelfde huis woont is er eigenlijk nooit een goed moment geweest om de boel eens op te ruimen. Mijn nicht is dan ook maandenlang bezig geweest met het leegmaken van het huis.
Ze kwam daarbij allerlei bijzonder dingen tegen. Zoals de koffer die op de foto staat. Het is de legerkist van mijn oom Theo geweest. Op het deksel vond zij woorden en tekeningen die meer over zijn leven in die tijd vertellen. Op de onderste foto is dat zien.
Maar het belangrijkste is natuurlijk het bezoek aan mijn tante die vandaag buitengewoon helder is. Ze herkent mij zelfs en weet dat ik haar neef ben. ‘Weet je dat je al mijn hele leven mijn liefste neef bent?’ Natuurlijk weet ik dat. En ik verzeker haar dat ze al mijn hele leven mijn liefste tante is. Ze is sowieso scheutig met complimentjes. ‘Jullie zijn niets veranderd.’ ‘Wat zijn jullie toch knap.’ Ze noemt de naam van haar dochter. ‘Yvonne’. En als Robert, de man van mijn nicht, terugkomt van de auto parkeren, zegt ze: ‘Kijk, daar komt mijn lieve schoonzoon aan.’ Mijn nicht staat versteld. Het is lang geleden dat ze haar moeder zo helder zag. ‘Nijmegen is mijn thuis,’ verzekert tante An mij. ‘Nijmegen zit het diepste in mijn herinneringen.’
Als we afscheid nemen zit ze achter een bord tomatensoep. We omhelzen elkaar. Het kan goed zijn dat het de laatste keer is dat ik haar zie.
Terug naar huis neem ik het me kwalijk dat ik geen foto van haar heb genomen. Had ik best willen doen, maar vond het niet gepast. Verdomme. Ik maak zonder scrupules foto’s van vreemden. Bij mijn tante word ik weekhartig. En bedenk meteen dat het ook zo hoort. Natuurlijk ben ik bij een tante die zoveel voor me heeft betekend weekhartig. Mooi woord, weekhartig. Vandaag heb ik weer eens ervaren wat het woord precies betekent.

Woensdag 9 mei, Meppel

We rijden naar Eindhoven om mijn tante An te bezoeken. Mijn tante is 83 en woont in een verzorgingshuis. Tante An lijkt steeds meer op mijn moeder, steeds minder herinneringen, steeds minder weten, steeds minder kunnen.
Tante An heeft een grote rol in mijn leven gespeeld. Mijn tante en oom, al lang geleden overleden, waren niet alleen familie van mijn ouders maar ook vrienden. Mijn jeugd is verweven met het leven van mijn tante, oom en nicht. Mijn nicht heeft intensief voor haar moeder gezorgd toen ze nog thuis woonde. Tot het niet langer meer kon. Met pijn in haar hart moest ze de verzorging afstaan aan het verzorgingshuis.
Al een tijd lang had ik het idee dat ik mijn tante nog eens moest bezoeken. De laatste keer dat ik haar zag was op haar 80ste verjaardag. Te lang geleden. Ik moest haar toch zeker nog één keer zien. Zo reisden Wyb en ik af naar Eindhoven. Eerst naar Yvonne, mijn nicht. Vervolgens samen naar tante An. Ik heb regelmatig contact met mijn nicht en dan hoor ik dezelfde ontluisterende verhalen die ik zo goed, te goed, van mijn moeder ken.
Het vertrek van mijn tante naar een verzorgingshuis betekende ook dat mijn nicht haar ouderlijk huis moest verkopen. Uit eigen ervaring weet ik dat het leeghalen van een ouderlijk huis geen sinecure is. Een mens verzamelt wat troep in zijn leven, zeker als je je hele leven in hetzelfde huis woont is er eigenlijk nooit een goed moment geweest om de boel eens op te ruimen. Mijn nicht is dan ook maandenlang bezig geweest met het leegmaken van het huis.
Ze kwam daarbij allerlei bijzonder dingen tegen. Zoals de koffer die op de foto staat. Het is de legerkist van mijn oom Theo geweest. Op het deksel vond zij woorden en tekeningen die meer over zijn leven in die tijd vertellen. Op de onderste foto is dat zien.
Maar het belangrijkste is natuurlijk het bezoek aan mijn tante die vandaag buitengewoon helder is. Ze herkent mij zelfs en weet dat ik haar neef ben. ‘Weet je dat je al mijn hele leven mijn liefste neef bent?’ Natuurlijk weet ik dat. En ik verzeker haar dat ze al mijn hele leven mijn liefste tante is. Ze is sowieso scheutig met complimentjes. ‘Jullie zijn niets veranderd.’ ‘Wat zijn jullie toch knap.’ Ze noemt de naam van haar dochter. ‘Yvonne’. En als Robert, de man van mijn nicht, terugkomt van de auto parkeren, zegt ze: ‘Kijk, daar komt mijn lieve schoonzoon aan.’ Mijn nicht staat versteld. Het is lang geleden dat ze haar moeder zo helder zag. ‘Nijmegen is mijn thuis,’ verzekert tante An mij. ‘Nijmegen zit het diepste in mijn herinneringen.’
Als we afscheid nemen zit ze achter een bord tomatensoep. We omhelzen elkaar. Het kan goed zijn dat het de laatste keer is dat ik haar zie.
Terug naar huis neem ik het me kwalijk dat ik geen foto van haar heb genomen. Had ik best willen doen, maar vond het niet gepast. Verdomme. Ik maak zonder scrupules foto’s van vreemden. Bij mijn tante word ik weekhartig. En bedenk meteen dat het ook zo hoort. Natuurlijk ben ik bij een tante die zoveel voor me heeft betekend weekhartig. Mooi woord, weekhartig. Vandaag heb ik weer eens ervaren wat het woord precies betekent.

Dinsdag 8 mei, Amsterdam

2x de Dam.

Maandag 7 mei, Lhee

Iemand die handig is, moet goed gereedschap hebben. Goed gereedschap is het halve werk. Ik heb geen gereedschap in huis, heb ik allemaal de deur uit gedaan om niet in de verleiding te komen ook maar iets te doen. Aan het feit dat ik onhandig ben, zeer onhandig, heb ik mij volledig overgegeven.
Een schrijver heeft goed schrijfgerei nodig en een schilder goede schildersbenodigdheden. Een fotograaf, want zo beschouw ik mij zelf inmiddels toch wel een beetje, heeft goede apparatuur nodig. Ik heb goede apparatuur. Ik heb zelfs wat sommigen de Rolls Royce onder de fototoestellen noemen, de Canon D5 Mark IV. Maar iemand die een Rolls Royce heeft, gaat daar niet mee over het strand crossen zoals op het eiland van mijn dochter vaak wordt gedaan. Daarom heb ik nog een toestelletje gekocht, de Canon M50. Is de D5 Rolls Royce zwaar, de Canon M50 is een verlengstuk van mijn hand. Ik voel niet eens dat ik een fototoestel vast heb.
En nu is het wel voldoende. Meer apparatuur gaat er niet komen. Als ik het daar niet mee red. Het enige wat ik nu nog moet doen is goede foto’s maken.

Zondag 6 mei, Groningen/Lille/Lhee

Afdeling wonderlijke boodschappen op lantaarnpalen en muren.

Zaterdag 5 mei, Lille/Lhee

2x street art in Lille.

Vrijdag 4 mei, Lhee

Contemplatie. Aan de rand van de vijver na een week hard werken. Kijken naar de kikkers en de salamanders.
Waarom zit die klote kat altijd bij Wyb en nooit bij mij?

Donderdag 3 mei, Tokyo/Lille/Lhee

Street photography in de meest letterlijke zin.
Het bovenste beeld is afkomstig uit Tokyo. Weet je tenminste overduidelijk waar je voor moet oppassen.
Het onderste beeld schoot ik Lille. Soms betoont de mens geen enkel respect voor een andere mens, of althans de afbeelding van een mens. Is hij zichzelf van geen kwaad bewust. Levert wel een wreed beeld op.

Woensdag 2 mei, Ieper

Vanuit Lille rijden we via Ieper terug naar Lhee. We komen langs onafzienbare begraafplaatsen. Duizenden en duizenden jonge mannen die in de The Great War gestorven zijn voor god, koning en vaderland. Toch onvoorstelbaar dat überhaupt iemand zijn leven wil geven voor deze drie hersenspinsels. Drie gevaarlijke hersenspinsel, dat blijkt wel. Ze hebben velen de dood ingejaagd.

Dinsdag 1 mei, Lhee

Wyb ruimt een paar van onze vele, vele fotodozen op. Ze laat deze foto’s zien waarvan ze zegt dat wij er opstaan, achttien jaar geleden. Ik kan het niet geloven, herken mezelf niet. Dat het Wyb is, weet ik maar al te goed. Ze is namelijk geen spat veranderd. Maar ik? Rare man. Geen idee waarom ik die pruik op had.

alle rechten voorbehouden © gerard tonen 2018