Dossiermoddergat.nl
gerardtonenblogtBlog van Gijs 5
Gijs
Donderdag 18 oktober, Lhee
Gijs is dood. Kleine mededeling, groot verdriet.
De afgelopen maanden ging het al niet goed met Gijs. Net voordat we op vakantie gingen at hij nauwelijks meer. Met injecties van de dierenarts en dwangvoeding knapte hij op. Tegen Jan en Connie die op hem pasten tijdens onze vakantie zei ik dat, mocht het nodig zijn, ze Gijs maar moesten laten inslapen. Dat was gelukkig niet nodig. Eenmaal terug van vakantie leek hij alweer een beetje op de oude Gijs. De trotse, sterke kater zoals we hem hadden leren kennen, de Koning van Lhee.
Wij waren goede vrienden van Gijs, maar zijn beste vriend was het landschap van Lhee, het gebied rond ons huis. Gijs kende het als zijn broekzak. Uren kon hij in het weiland naast ons huis zitten. Elke muis die langskwam, was er geweest. Geen bosje was hem onbekend. Soms zaten we in de Bospub iets te eten, zagen we Gijs langs lopen. Geen vogel, geen knaagdier was voor hem veilig. Afgelopen zomer kwam hij nog met drie jonge haasjes thuis.
Ik heb Gijs in Dossiermoddergat regelmatig een seriemoordenaar genoemd. Dat was hij onmiskenbaar, maar wel een lieve. Elke avond lag hij op de buik van Wyb die op de bank tv lag te kijken. Ik was te onrustig voor hem. Ik stond regelmatig op om wijn en gin tonic in te schenken, blogs te schrijven en meer van die dingen.
Gijs hield van rust. Dat was de reden dat hij wegliep bij zijn vorige baas, de eigenaar van de camping tegenover ons. De eigenaar had een hond genomen. Gijs haatte honden, onrustige beesten die blaffen en te veel willen spelen. Hij had op de een of andere manier door dat het bij Wyb en mij goed toeven was, rustige, bedachtzame mensen. Hij adopteerde ons. Hij drong zich op uitermate charmante en geraffineerde wijze naar binnen.
Wij brachten hem regelmatig terug naar zijn oude baas. Die hield hem dan een paar dagen binnen. Tevergeefs. Gijs wist precies waar hij graag wilde zijn. Een jaar later ging zijn vorige baas verhuizen. Ze vroeg retorisch wat ze met hem moest doen. Natuurlijk was dat logisch: Gijs zou bij ons blijven, maar vooral in zijn landschap, zijn territorium, zijn biotoop. Gijs was een met zijn territorium. En met haar verhuizing werd Gijs officieel onze kat. Opeens hadden wij een kat, waar ik, dacht ik, allergisch voor was en die wij nooit hadden gewild.
Nam niet weg dat Gijs met ons vergroeide. Gijs hield eerder van ons dan wij van hem. Maar dat haalde wij snel in. Gijs werd onlosmakelijk met ons verbonden. Hij kende onze gewoontes, wij kenden de zijnen. Soms zelfs gaf hij ons de eer om bij ons in bed te komen slapen. Wij konden niet meer zonder Gijs, de grootste kat die ik ooit heb gezien. Wij kenden elk plekje in het landschap waar hij mogelijk kon liggen. Gijs verhuisde van plekje naar plekje, altijd weer had hij een nieuw favoriet plekje.
Het laatste plekje was een deprimerend plekje onder dennenbomen in onze houtwal. Het is zo’n plekje dat katten uitkiezen om in eenzaamheid te sterven. Zo zijn katten: solitair tot in de dood. Gelukkig zag Wyb gisteren waar dat plekje was en haalde hem weer naar binnen.
Vanochtend was het duidelijk dat Gijs zou sterven. Mager, kon niet meer op zijn poten staan, hij jammerde, vond geen rust, kwijl uit zijn bek. We maakten een afspraak met de dierenarts. Kwart over zes zou het gebeuren.
Ik had een afspraak in Zwolle. Nadat ik terugkwam trof ik een totaal ontredderde Gijs. Stervend. Ik belde Wyb en de dierenarts. Hij moest eerder inslapen, dit was echt ondraaglijk lijden. We konden om twee uur terecht. We wikkelden hem in zijn dekentje, zijn eiland, waar hij dagen en nachten op had doorgebracht. Zijn eiland lag midden in onze woonkamer. Gijs was letterlijk de centrale figuur in ons huis geworden.
Gijs spinde zoals hij nog nooit had gespind. Hij leek in zijn lijf een motortje te hebben. Spinnen kan ook kreunen zijn. Wij aaiden hem en hij begon steeds harder te spinnen. Op de tafel bij de dierenarts was één spuitje niet genoeg. De Koning van Lhee neemt niet zomaar afscheid. Onder onze liefdevolle handen verstijfde hij uiteindelijk. We rouwen om hem. We hebben hem in zijn landschap, achter in de tuin, bij de vijver waar hij vaak uit dronk, waar hij vaak zat te mijmeren en menige vogel ving, begraven. We zullen hem ontzettend missen. Wij hielden van Gijs.
Het hoofdstuk Gijs wordt in Dossiermoddergat bij deze gesloten. Zo jammer.
Donderdag 18 oktober, Lhee
Boven. We brengen Gijs naar de dierenarts. Zijn laatste minuut in het huis waar hij zo graag was.
Onder. Het graf van Gijs.
Woensdag 3 oktober, Lhee
Hebben ze godverdomme een hond aangeschaft. Een hond…
Iedereen lachen, allemaal blij. Niemand die iets aan mij heeft gevraagd.
Zondag 30 april 2017, Lhee
Ze zijn weer thuis. Gedaan met de rust. Meteen vragen ze weer aandacht.
Zaterdag 29 april 2017, Lhee
De baas en de vrouw de deur uit. Eindelijk rust.
Zaterdag 11 maart 2017, Lhee
Ik haat honden. Alle honden Nederland uit. Katten first. Ik geef toe dat ze me hier in de hoogste boom hebben gejaagd. Terwijl de baas de foto nam -hij deed helemaal niets!, moest weer zo nodig een foto maken, blaften onder de boom drie honden die mij dood wensten.
Bij de onderste boom klim ik niet in de boom maar uit de boom. De baas wilde al de brandweer bellen om mij eruit te halen. Onzin. Een beetje kat kan dat zelf.
Woensdag 15 februari 2017, Lhee
Ze kunnen veel over me zeggen, maar arrogant? Zeker niet arrogant.
Zondag 15 januari 2016, Lhee
Quality time met het vrouwtje. Vinden we samen erg belangrijk, voordat je het weet groei je uit elkaar.
Zaterdag 14 januari 2016, Lhee
De baas zegt dat dit mijn staatsieportret wordt als ik later koning ben. Dit portret komt dan in alle gemeentehuizen en rechtbanken te hangen. Goed idee van de baas.
Vrijdag 6 januari 2016, Lhee
Eigenlijk heet ik Pluis. Toen ik hier aan kwam lopen, noemden ze me Gijs. De baas zegt nu dat hij me Oblomov wil gaan noemen omdat ik zoveel lig te slapen. Ze doen maar. Oblomov. Ze zijn knettergek.
Maandag 26 december 2016, Lhee
Nou maken ze een proefdier van me. Ze hebben een nieuwe bank gekocht en nou moet ik op die twee blauwe lappen gaan liggen. Willen ze kijken waar de minste kattenharen op blijven liggen. Onbetaald werk? Ze kunnen het vergeten.
Zondag 11 december 2016, Lhee
Ik kan er niks aan doen, maar van muizen raak ik nou echt opgewonden. Zelfs als het geen echte muizen zijn.
Zondag 4 december 2016, Lhee
Hier lig ik op de operatietafel bij de dierenarts. Ik heb opeens een hernia, of zo. Enorme pijn in de rug. Mijn staart kan ik niet meer omhoog krijgen, die hangt erbij als een slap touw. Ik ben al twee keer bij de dierenarts geweest. De baas zegt dat ik het allemaal zelf moet betalen. Hij vindt dat ik te veel kost. Gelukkig houdt de vrouw wel van katten.
Maandag 7 november 2016, Lhee
Ze zullen die hark niet voor niets bij me hebben neergezet. Nou, dat kunnen ze mooi vergeten.
Zondag 6 november 2016, Lhee
En iedereen maar praten over die Max Verstappen. Alsof een kat niet snel kan zijn.
Vrijdag 4 november 2016, Lhee
Herfst. Geen idee wie dat heeft uitgevonden. Waarom mogen andere dieren wel in winterslaap en katten niet?
Donderdag 27 oktober 2016, Lhee
Er zijn grenzen. Pak ik een muis, zegt de vrouw: ‘Misschien moeten we zijn tanden laten trekken.’ Sindsdien slaap ik op het matje in de badkamer.
Maandag 10 oktober 2016, Lhee
Hoor ik ze tegen elkaar zeggen: ‘Waarom zit die kat daar zo raar bij die schuur.’ Hallo, er zit een muizengat voor me snufferd. Natuurlijk gaat een kat daar dan zitten. Een beetje inlevingsvermogen mag ik toch wel verwachten.
Woensdag 5 oktober 2016, Lhee
Ik heb soms zo’n behoefte om me in de natuur terug te trekken.
Dinsdag 4 oktober 2016, Lhee
Geen idee wat er vandaag aan de hand is. Ze zijn opeens poeslief.
Zondag 25 september 2016, Lhee
Als ik zo tussen de bladeren ligt, noemt het baasje me een herfststukje. Zeer F
flauw.
Zaterdag 24 september 2016, Lhee
Het wordt hier steeds gekker. Hebben we vandaag opeens twee honden. Bovendien gaat het vrouwtje zich als een hond gedragen. Gaat ze net als die beesten op de grond liggen rollen. Het fijne is dat je er niets van ziet als je je rug ernaar toedraait.
Woensdag 21 september 2016, Lhee
Hij moet nu toch weten dat ik het niet leuk vind om opgepakt te worden.
Zondag 18 september 2016, Lhee
Vraagt het baasje vandaag aan me van wie ik eigenlijk het meeste hou, van het vrouwtje of van hem.
Het baasje is het vaakst thuis en geeft me meestal eten. Eerlijk gezegd hou ik het meest van het vrouwtje. Het vrouwtje is het zachtst en kan het lekkerste aaien.
‘Van jullie alle twee evenveel,’ zeg ik.
‘Ik geloof er geen bal van,’ zegt het baasje.
Die man kan zo vervelend zijn.
Vrijdag 16 september 2016, Lhee
Ik vind dit zo’n ontroerend filmpje. Het is van twee jaar geleden, de tijd dat het vrouwtje en het baasje in mijn leven kwamen. Je merkt aan het praten van het vrouwtje dat ze me nauwelijks kent. Wie had toen ooit gedacht dat er zo’n innige band tussen ons zou groeien.
Maandag 12 september 2016, Lhee
De vrouw en ik: liefde.
Zaterdag 10 september 2016, Lhee
Zelfs in het weekend gaat mijn vrouwtje naar het werk. Zit ik weer alleen. Dit is trouwens mijn lievelingsplekje, in de zon onder de struiken. Aan de baas heb ik niks. Die zit alleen maar binnen achter zijn bureau. Saaie, liefdeloze man. Nee, dan het vrouwtje. Ik hoop dat ze snel terugkomt.
Dinsdag 6 september 2016, Lhee
Hier op deze foto zie je goed dat ik schutkleuren heb. Jammer van die witte poten en die witte borst.
Alle rechten voorbehouden © Gerard Tonen 2016