Dossiermoddergat.nl

gerardtonenblogt

Journal d’images

IJdeltuit

Donderdag 9 november, Cadouin

 

De laatste dag dat Wyb en ik in de Cevennen waren was het donker en somber weer, het was de perfecte epiloog van wat wij de dagen daarop in de Dordogne meemaakten: regen, regen, regen. Gelukkig hebben zich nu weer blauwe luchten laten zien en is de tweede rivier en het meer in onze vallei weer opgedroogd.
Maar die laatste dag in de Cevennen hing de bewolking laag en miezerde het. Wyb en ik reden een rondje door de ons zo vertrouwde en geliefde streek. We wilden vooral nog even door de bergen rijden, over de smalle weggetjes, langs de ademloze uitzichten, hoe donker de dag ook was.
In Sumène besloten we te stoppen en even door dit Cevennen dorp te lopen. Sumène is een dorp dat zijn best moet doen het hoofd boven water te houden. Veel huizen staan leeg en zijn in verval. De straten zijn donker. Wij lopen over een brug waaronder het riviertje de Rieutord wild stroomt. We komen een man tegen die zijn hond uitlaat, verder lijkt het uitgestorven. Een naargeestig dorp op een naargeestige dag.
Maar dan slaan we de hoek om en zien we een boom onbeschaamd staan shinen. Ook bomen kunnen zich blijkbaar over de top gedragen. Wat een ijdelheid. Tussen al die zwarte en grijze kleuren staat daar opeens een boom te juichen dat het nu echt herfst is. Ik weet niet wat zijn omgeving van zijn gedrag vindt, maar ik kan me voorstellen dat men zich ergert aan zoveel uitbundigheid en vrolijkheid. Herfst, verval? De boom wil er niets van weten. Nog éénmaal gaat hij uit zijn dak en toont hij zijn schoonheid. De narcist, de ijdeltuit, de pronker, de dandy.

Wederopstanding

Dinsdag 31 oktober, Cadouin

Dies, trouw beest. Elke dag weer wacht hij op mijn wederopstanding.

Vergane glorie Saint-Pompon

Maandag 23 oktober, Cadouin

Monument

Donderdag 19 oktober, Cadouin

Oorlog, oorlog, oorlog. Maar elke oorlog verstijft uiteindelijk tot een of ander monument op een plein of in een perkje. Een monument waar je even op kunt zitten terwijl je hond in de struiken zit te schijten. Het fijne is dat de hond de gewoonte heeft dat diep in de struiken te doen, dus je hebt er geen omkijken naar. Zo leidt tot nu toe elke oorlog, na veel vernieling en verdriet, tot een vredig tafereel. En laten we de bloemist niet vergeten, die bij elk oorlogsmonument weer wel vaart. Ooit hoorde ik een snackbar-eigenaar zeggen: ‘Waar mensen zijn is handel.’ De bloemist kan daarop variëren: ‘Waar oorlogsmonumenten zijn is handel.’ Zo is de oorlog toch ergens goed voor.

Vloeistofdia’s 10.0

Maandag 9 oktober, Cadouin

 

Ik weet nog goed dat wij in de jaren zeventig voor vloeistofdia’s dansten. In de dia’s zaten allerlei kleuren en door ze te verwarmen begonnen die kleuren te mengen en te bubbelen. Het gaf een psychedelisch effect, perfect om met ons wilde dansen in trance te raken.

Ik moest er aan denken toen wij afgelopen weekend in Les Bassins des Lumières in Bordeaux waren. In een oude bunker, een haven voor duikboten, is een lichtspektakel dat zijn weerga niet kent. Vloeistofdia’s 10.0. Psychedelisch effect 10x vergroot.

In een ongekend grote ruimte worden de schilderijen en delen daaruit van Salvador Dalí in een dynamische projectieshow gepresenteerd. Ik, als klein figuurtje, loop er beduusd doorheen. De show krijgt een extra dimensie omdat in de bunker ook nog water staat. De duikboten kunnen zo weer binnenvaren. De projecties worden hierdoor weerspiegeld in het water, wat een overweldigend effect geeft. Onze vloeistofdia’s uit de jaren zeventig waren armzalige pogingen van wat deze lichtshow nu teweeg brengt. Na Dalí kwam er nog een projectieshow met het werk van Gaudi. Een Spaans feestje dus.

De duikbootbunker is in de oorlog volop gebombardeerd. Er vlogen hier en daar wat stukken af, maar het lukte niet het lompe gebouw te breken. Aan de buitenkant zie je wel waarom dat niet lukte. Ik denk dat het een van de meest massieve gebouwen van Frankrijk is.

Mosselvrouw

Donderdag 28 september, Cadouin

Zeg ken jij de mosselvrouw, de mosselvrouw, de mosselvrouw?

Godin

Donderdag 21 september, Cadouin

Als een godin in Frankrijk, vond ik. Wyb zette de foto op Facebook en schreef daarbij: ‘Overigens deze foto is een beetje schone schijn en genomen op mijn vrije dag. Tussen het genieten door ben ik ook nog fulltime aan het werk.’ Oké, dat is waar, maar twee dagen per week als een godin in Frankrijk leven is toch best een mooi resultaat.

Rural art

Woensdag 13 september, Cadouin

 

Street art is overal. Zelfs midden in de bossen van de Dordogne. Het is wel de meest keurige street art die ik ooit heb gezien. Keurig leitje, keurig handschrift, keurig opgehangen, naam en telefoonnummer erbij. Dat gaat er in de stad wel anders aan toe: kans op boosheid, kans op politie. Hier heb je alle tijd om er iets van te maken, in geen velden of wegen is een mens te zien. Niks urban art, rural art. Ik vind deze keurigheid wel bij de Dordogne passen. Hartje erbij en je kunt blijkbaar gewoon naar de rural artist bellen om erover te praten. O ja, en je krijgt ook nog de groetjes van Jac en Emy.

 

 

Vertaling: volg je dromen, zij weten de weg.

De vrouw & de hond

Vrijdag 1 september, Cadouin

Deze foto’s nam ik exact op dezelfde plek. Plaats van handeling Parijs, ergens aan de Seine. Wyb komt van de brug, ik neem de bovenste foto. Wyb loopt langs mij, ik draai mij om, en neem de onderste foto. Als fotograaf wordt het je soms erg makkelijk gemaakt.

Blouse

Vrijdag 7 juli, Cadouin

 

De foto hieronder is niet de foto die ik had willen nemen. Ik had de lezer graag een foto willen laten zien van Wyb in haar werkkleding, en dat in vol ornaat. Mijn lieve vrouw, die ik voornamelijk ken van het charmante staan bij een theaterdeur in smaakvolle kleding, draagt momenteel in haar nieuwe baan bedrijfskleding. Die bestaat uit een smetteloze witte blouse van een stof waar Wyb enorm de pest aan heeft, namelijk een soort polyester. Die stof maakt het dragen ongemakkelijk omdat hij stijf en zweterig is.

Mijn lieve vrouw wilde echter niet dat ik de foto maakte. Op de eerste plaats omdat ze sowieso de pest heeft aan bedrijfskleding. Op de tweede plaats omdat ze met die blouse, die van geen kant bij haar past, opeens veel te tuttig lijkt. Ik vind het wel grappig, Wyb, met stijve witte blouse, maar goed, ik ben de beroerdste niet.

Vandaar alleen een foto van haar badge met drie vlaggetjes. De gasten van de camping kunnen daaraan zien welke talen ze spreekt. Dat klopt niet helemaal want gisteren kwam Wyb thuis met het verhaal dat ze vijf verschillende talen had gesproken om mensen te helpen, namelijk: Frans, Duits, Nederlands, Fries en Spaans. Dat Spaans spreekt ze tamelijk gebrekkig, maar blijkbaar goed genoeg om iemand uit de brand te helpen. Maar voor de duidelijkheid lijkt me beter dat dat Spaanse vlaggetje er niet op komt te staan. Dat Fries vlaggetje had zeker op haar badge moeten staan, vooral omdat er best nogal wat Friezen naar de camping komen. Niet zo gek, want over een week, als de vakanties in volle gang zijn, zitten er zo’n negenhonderd mensen op de camping. Nu zijn er zo’n vierhonderd en daar zitten natuurlijk Friezen bij. Het is toch fantastisch als je dertienhonderd kilometer heb gereden en je kunt gewoon Fries praten.

Uitdaging

Vrijdag 30 juni, Cadouin

 

Toch maar even een blog schrijven. Ik was het niet van plan want vanochtend zijn we naar een fototentoonstelling in Carlux geweest van de fotograaf Robert Doisneau. Daarna samen met Wyb lunchen aan de borden van de Dordogne. Tijdens die lunch konden we met onze voeten in de Dordogne zitten. Vervolgens boodschappen waardoor we pas tegen drie uur thuis zijn. Voor een monnik die altijd thuis zit in zo’n dag best enerverend.

Genoeg tijd om een blogje te schrijven denkt de achteloze lezer dan, maar die vergeet gemakshalve dat we dadelijk weer een apéro hebben. Voor wie niet weet wat dat is. Het behoort bij de Franse traditie om op vrijdagmiddag zo nu en dan een apéro te organiseren. Het is een soort aperitief, voor het eten samen met een aantal genodigden een borrel drinken onder het genot van wat Franse snacks. Dat betekent heel erg sociaal doen en intensief luisteren of je dat Frans wel verstaat. Ik weet het nu al: als ik er van terugkom heb ik alleen nog zin om op de bank te ploffen en televisie te kijken.

Het is dat ik Paul aan de lijn had, die gisteren jarig was. Hij verklaarde dat het lezen van Dossiermoddergat onderdeel is van zijn dagindeling. Als ik eens geen blog schrijf denkt hij, zo verzekerde hij mij: nou, die is ook weer lui geweest. Wat ik toch weer als een soort uitdaging beschouw. Ook daarin kun je zien dat ik nog geen echte monnik ben, een monnik zou zich nooit zo laten opjutten. Om mij er toch met een Jantje van Leiden vanaf te maken vandaag een journal d’images.

Bovenste foto: ik samen met Robert Doisneau. Onder ik als een soort gevangene in Alcatraz. Zelfs de fotografie laat ik vandaag helemaal aan Wyb over. Wat die onderste foto betreft, om geen verkeerde indrukken te wekken, de foto is niet in Alcatraz genomen in het raam van onze wc. We hebben inderdaad een getraliede wc, je weet nooit, safety first.

3x dood

 

Donderdag 3 juni, Cadouin

Toevalsdier

Dinsdag 23 mei, Cadouin

 

Het was in het vorige decennium dat ik gevraagd werd om De Warme Winkel uit de problemen te helpen. Er waren wat financiële tegenslagen geweest, de zakelijk leider was opgestapt en of ik een tijdje interim wilde zijn. Dat wilde ik wel en het bestuur benoemde mij zelfs als directeur. Wat ik vreemd vond. Want wie niet weet wat De Warme Winkel is, het is een van de meest spraakmakende en ontregelende theatergezelschappen van Nederland. Het gezelschap wordt gevormd door een collectief van theatermakers en dat collectief bepaalt natuurlijk de artistieke richting van het gezelschap. Ik vatte dat directeurschap maar op als zakelijk dienend aan het collectief. Het pakte gelukkig goed uit. Het was een van de leukste klussen die ik heb gedaan.

Ik kom er op omdat ik eindelijk eens een toevalsdier heb geschoten. Jarenlang was ik opzoek naar een toevalsdier, ze zijn echt niet makkelijk te vinden. Gelukkig lukte het me vorige week terwijl ik door Cadouin liep.
Ik had nog nooit van het woord toevalsdier gehoord voordat ik bij De Warme Winkel ging werken. Een van de leden van het collectief Mara van Vlijmen publiceerde samen met haar partner Frank van Roessel in de tijd dat ik er werkte een boek met de titel Toevalsdieren. Wat dat precies zijn laat ik Mara zelf even vertellen in een interview met Vice.

Ha Mara, wat is een toevalsdier?

Mara van Vlijmen: Een toevalsdier is een dier dat je toevallig ziet, zonder dat je erop voorbereid was.

Oké. Kun je een voorbeeld geven?
Gisteren liep ik op Amsterdam Centraal de trap op richting perron 5b. Ik was verzonken in gedachten, het was ’s ochtends vroeg. Opeens stond ik oog in oog met een kauwgomvlek in de vorm van een vogeltje. Ik bleef even midden op de trap stilstaan, wat niet handig was in de spits. Dat vogeltje was een duidelijk voorbeeld van een toevalsdier.

Neem me eens mee naar het moment waarop je je eerste toevalsdier zag.
Ik ging naar de wc in onze flat. We woonden toen nog in Amsterdam Osdorp. Vlak voor de wc, in het halletje, lag op het laminaat een verfrommeld kassabonnetje. Dat was een eend, de Pensionado-eend. Die zit ook in onze encyclopedie.

Een toevalsdier kan dus alles zijn, een stuk je kauwgom, een scheur in de muur, gemorst water op een stoep, als je in de vorm maar een dier ontdekt. Volgens Mara ontdek je een toevalsdier wel een keer in de vier dagen. Dat is knap werk, mij lukt dat niet. Ik heb er echt jaren over gedaan voordat ik de eerste zag. Hieronder zie je de foto, voor wie het niet ziet, maar dat kan ik me niet voorstellen, het is een geitje bovenop een brievenbus.

Hoogtevrees

Vrijdag 5 mei, Cadouin

 

Dies heeft vandaag visite. Op bezoek zijn Dorus (3 jaar) en Nout (5 jaar), afgelopen zondag hebben ze bij vrienden met elkaar kennisgemaakt en het klikte meteen. Hun ouders zijn voor ons met hen meegekomen. Zo gauw Dies en de mannen elkaar zien, is het weer zoals afgelopen zondag: onafscheidelijk. Met z’n drieën gaan ze op strooptocht door de tuin.

‘Het fijne is dat ze nooit in zeven sloten tegelijk lopen. Ze zijn zo voorzichtig en ze letten zo goed op elkaar,’ zegt hun vader.
Ik zeg dat hij dan een gezegende vader is, dat ik mijn dochter wel eens uit een vijver heb moeten trekken en dat ik scherven glas uit haar mond heb moeten verwijderen omdat ze een hap uit een glas had genomen.’

Even later klinkt er een hard gehuil van achter het huis. Wij rennen erheen en zien Dorus (3 jaar) angstig tegen onze berg geplakt zitten. Hij durft niet meer voor of achteruit. Hij zit er als een vlieg tegen het raam. Met moeite voert de vader een reddingsactie uit.
‘En dan te bedenken dat hij hoogtevrees heeft,’ zegt zijn moeder.

De Himalaya is verraderlijk, maar onze berg mag er ook zijn. Iedereen die bij ons op bezoek komt, zeker de kinderen, willen als eerste de berg beklimmen. Hij lijkt simpel, het is eerlijk gezegd meer een heuvel dan een berg, maar het is geen sinecure om hem te beklimmen, weet ik uit eigen ervaring. Hij zal zo’n 75, 100 meter hoog zijn en op die afstand liggen zo’n vier terrassen waarop de monniken vroeger hun wijn verbouwden. Dat klinkt allemaal vriendelijk.

Het punt is dat hij vrij steil is en dat er geen pad naar boven gaat. De berg is steil en tussen de terrassen is het helemaal steil. Daar komt bij dat het woord terras eigenlijk te mooi klinkt voor plateaus die zijn begroeid met struiken en bomen. Het is een ruige berg. Fijn dat hij van ons is, maar vermoedelijk zullen we er nooit iets mee doen. Prima dat een berg ruig is.

De vriendschap tussen Dies en de mannen wordt deze middag verdiept. Bij hun opa en oma hebben ze ook een hond, Bobby, maar dat is een kalf van een beest. ‘Daar zijn wij een beetje bang voor,’ zegt Nout. De oorspronkelijk terughoudendheid ten opzichten van Dies hebben ze volledig laten varen. Als Dies uitgeteld bij ons komt liggen, en dan heb je het echt bont gemaakt, het is ons nog nooit gelukt om Dies uit te putten, zitten ze in adoratie naast hem en aaien hem liefdevol. Dies weet weer waarom hij zo gek op kinderen is.

Tegen de avond brengen we ze naar de auto die in het ‘centrum’ van Cadouin staat. De moeder wil nog even shoppen in een van de vier winkels in het centrum. De mannen passen buiten op Dies. Stevig houden ze met z’n tweeën zijn riem vast. ‘Hij mag niet ontsnappen,’ zegt Dorus. ‘Houd maar goed vast,’ zeg ik en ik zie dat ze dat advies zeer serieus nemen.

 

3x Dies en 1x vrouw

Donderdag 20 april, Norg

Los Barruecos

Zaterdag 1 april, Cadouin

 

Onderstaande foto’s nam ik in Natural Monument Los Barruecos, vlakbij Cáceres. Het is een onwezenlijk landschap met grote, geslepen rotspartijen. Bij het park ligt ook een museum waar het werk van de Duitse kunstenaar Wolf Vostell centraal staat. De foto met de auto die zich in een beton blok heeft geboord is een werk van hem.

Wyb en ik bezochten Los Barruecos op een zondagochtend. Eerst wilden we naar het museum maar toen kozen we er toch voor om te beginnen met een wandelen. Na de wandeling, zo rond half twee, gingen we op een terras zitten om wat te eten en te drinken. Daarna hadden we zin om naar het museum te gaan. Helaas. Bij het afhalen van de tickets hoorde ik dat het museum om zondagmiddag om twee uur sloot. Zondagmiddag om twee uur. Dat verzint toch niemand. Ik kon nog even een blik in een van de zalen werpen. Reden genoeg om snel weer naar Los Barruecos af te reizen.

Huisje

Donderdag 30 maart, Cadouin

 

Het raam in onze woonkamer is niet groot. Volgens de maatstaven van een Nederlandse doorzonwoning zelfs erg klein. Oorzaak: Franse duurzaamheid uit de tijd dat dubbele en driedubbele ramen nog niet bestonden. In de winter is het koud en een raam was in voorbije tijden al snel een warmtelek in een huis. De zomers zijn daarentegen erg warm en om een huis koel te houden was het juist goed om de ramen klein te houden. Dat alles werkt, want in de zomer is ons huis redelijk koel en in de winter verliezen we inderdaad weinig warmte. Leve de dikke, Franse muur. Maar dit terzijde.

Als ik voor het raam in de woonkamer sta zie ik onderstaand huisje op de foto aan de overkant van onze vallei. Sinds we ons Franse huis hebben, nu iets langer dan een jaar, heb ik het voornemen om het huisje te fotograferen. Vandaag steek ik de vallei eindelijk over en neem ik onderstaande foto. Ik neem mij voor om het huisje nog een keer in de zomer te fotograferen als het bijna verdwijnt in een enorme hoeveelheid vegetatie.

Ik weet niet of ik de ruimte die ik overstak wel een vallei kan noemen. Zojuist had ik het weer, ik schrijf het woord vallei op en vraag me af of het klopt. Daarom heb ik het opgezocht en ik denk dat ik van vallei mag spreken. Mijn digitale woordenboek zegt over een vallei: laag gebied tussen bergen of heuvels. Onze vallei is inderdaad niet diep, maar het is zeker een laag gebied tussen heuvels. Om naar de overkant te komen, moet ik door een groot weiland heen.

Zou er nog iemand zijn die weet waar het huisje voor heeft gediend? Het lijkt me geen woonhuisje geweest, daarvoor is het te klein. Was het een schuilhut? Maar zo dicht bij een dorp? Even doorlopen en je zat in een warm café. Er is veel aandacht aan het huisje besteed, dat zie je. Het is niet zomaar een schuurtje dat is neergezet. Bovendien ligt het voor een schuurtje ver weg van een ander huis.

 

The Heart is a Lonely Hunter

Zaterdag 11 maart, Montánchez

Las ventanas de España

Vrijdag 10 maart, Montánchez

Broodautomaat

Zaterdag 11 februari, Cadouin

Eindelijk kwam ik hem tegen: de broodautomaat. Ik wist dat er inmiddels tientallen in Frankrijk staan, misschien wel honderden. Zelf had ik er nog nooit een gezien. Eerder maakte ik al een foto van de pizza-automaat die ik je werkelijk overal tegenkomt.
Deze automaat staat in Limeuil, pittoresk plaatsje waar de Vezère zich bij de Dordogne voegt. De broodautomaat staat denk ik symbool voor de teloorgang van het platteland, of de uitholling daarvan. Nog twintig jaar geleden was het toch ondenkbaar dat de nationale trots van Frankrijk, het stokbrood, uit een automaat zou komen. Maar ze zijn noodzaak, er verdwijnen hier steeds meer bakkers.
Dit is een echte Franse automaat, hij geeft namelijk aan met vakantie te zijn. Hier vinden zelfs de automaten dat ze recht hebben op vakantie.

Drieluik Wybrich

Woensdag 8 februari, Cadouin

Beeldscherm

Zaterdag 14 januari, Goningen

Sinds een paar weken loopt in Groningen een beeldscherm rond.

Trash

Dinsdag 10 januari, Groningen

Bidprentje

Donderdag 15 december, Groningen

We wandelen in Dwingeloo door onze oude biotoop. We krijgen er altijd een thuisgevoel van. Het is waterkoud en wat donker. En opeens komt de zon tevoorschijn. Een lichtstraal priemt door de bomen heen. Wyb knipt. Dan blijkt dat ze de foto voor mijn bidprentje heeft gemaakt. Fijn. Hoeven we ons daar niet meer druk over te maken, die kun je maar vast hebben.

Hemel

Donderdag 8 december, Groningen

 

 

Grote vriendelijke kat.

Hoe laat is het in de hemel?

Raak de hemel aan.

Bordeaux

Maandag 5 december, Groningen

Rode kat

Donderdag 1 december, Groningen

Momentje

Maandag 21 november, Cadouin

Toch even een bijzonder momentje. Onze namen staan weer op een huis in Frankrijk.

Strandleven

 

Zondag 20 november, Cadouin

Rondje Drenthe

 

Zaterdag 12 november, Groningen

Lekker liggen

 

Donderdag 10 november, Groningen

Lekker liggen in de betere boekhandel.

Henk

Donderdag 3 november, Groningen

Henk is overleden. Om precies te zijn: Henk van der Veen. Hij was verkoper van straatkrant De Riepe en hij zat altijd in zijn rolstoel voor de Albert Heijn in de Oude Ebbingestraat. Ik weet zeker dat hij er de afgelopen twee jaar heeft gezeten, maar het zou me niet verbazen als hij daar al veel langer zat. Ik kan me van vroeger herinneren dat er ook iemand in een rolstoel zat. Ik weet alleen niet of dat Henk was. Vijfentwintig jaar straatverkoper, het zou kunnen.

Ik schrijf erover omdat ik ontroerd ben door de bloemenhommage voor de Albert Heijn. Ik dacht dat zo’n bloemenzee was voorbehouden aan prinsessen die verongelukken, journalisten die op straat worden doodgeschoten of vermoorde kinderen. Ik vind het mooi dat het nu ook voor Henk gebeurt. Het is duidelijk dat hij een vaste waarde was voor het winkelgebeuren en dat velen een band met hem hadden.

Laat ik eerlijk zijn, ik had zelf helemaal geen band met hem. Ik heb ook nooit De Riepe gekocht. Lang geleden heb ik wel eens een straatkrant gekocht, maar hij belandde al gauw in de prullenbak. Ik voel ook ongemak als ik langs iemand loop die zo’n krant ophoudt. Het punt is dat ik nooit contant geld op zak heb, maar als ik dat wel zou hebben, weet ik vrijwel zeker dat ik hem ook niet zou kopen. Ik geef zelden geld aan straatverkopers en bedelaars. Ik heb de verderfelijke Ruttiaanse gedachte dat er altijd wel ergens een betaald klusje is te doen als je gaat werken. Ik weet dat dit een foute gedachte is. Maar ik weet niet hoe ik hem uit mijn hoofd krijg. Het is trouwens de vraag of ik, als dat zou lukken, wel iets ga geven. Want ik weet dat ik op de Vismarkt alweer iemand tegenkom met De Riepe.

Op het moment dat ik de eerste foto maak, staat een dronken man onvast op zijn benen toe te kijken. ‘Wat een kouwe drukte,’ zegt hij enigszins bozig. ‘We gaan allemaal dood, hoor.’

Lantaarnpaal

Woensdag 26 oktober, Groningen

Een lantaarnpaal is een lantaarnpaal, denkt men. Maar wie er oog voor heeft, weet dat een lantaarnpaal meer is dan een lantaarnpaal. Een lantaarnpaal is ook een medium. Vooral in steden zie je dat een paal een medium is, nietig, maar vaak met grote boodschappen. De lantaarnpaal is het medium voor degene die geen geld heeft, maar toch iets tegen de medemens wil zeggen. Veel palen zijn volgeplakt met stickers, en soms zelfs tekeningen.

Ik ben altijd benieuwd wie van dit medium gebruikmaakt. Als je het gaat gebruiken, weet je dat dit medium onderaan de ladder staat van de rangschikking der media. Ik denk dat social media momenteel de top vormen, de lantaarnpaal is the bottom of the class. Neemt niet weg dat je er plezier van kunt hebben als je oplet tenminste.

Zo werd ik vandaag verrast door een sticker van De Tegenpartij. De sticker is niet verschoten of verregend, wat wil zeggen dat hij er nog niet zo lang op zit. Wat vreemd is, want De Tegenpartij ligt al veel te lang achter ons. Al die kids die tegenwoordig met bierkratten door onze wijk sjouwen, hebben vermoedelijk geen idee wat dat was De Tegenpartij, velen zullen niet eens weten wie Van Kooten en De Bie zijn.

Ik was blij verrast toen ik de sticker zag hangen: Van Kooten en De Brie, ze zijn dus nog niet vergeten. Er is zelfs iemand die het nodig vindt de sticker opnieuw te drukken en op lantaarnpalen te hangen. Het is een historische sticker, je mag het gerust de aankondiging noemen van de opkomst van het populisme. Als ik het me goed herinner, was er eerst De Tegenpartij en daarna Fortuyn, de PVV en de FVD. En elke keer wordt het een beetje erger.

De Tegenpartij was satire op hoog niveau. Desalniettemin was voor Van Kooten en De Bie een van de redenen om te stoppen met de ‘vrije jongens’ Jacobse en Van Es dat zij bang waren dat het werkelijkheid zou worden. De leuze van De Tegenpartij was: ‘De Tegenpartij, de partij voor alle Nederlanders die niet meer tegen Nederland kenne’. Deze leus is inmiddels in essentie het bestaansrecht van al die hedendaagse ellendige populisten. Het scheelt niet veel of een meerderheid Nederlanders kenne niet meer tegen Nederland.

Ik ben zo benieuwd waarom iemand deze sticker heeft geplakt. Nostalgie? Lid van een fanclub? De huidige populisten te kakken zetten? Ik was blij dat ik hem zag. Hij bracht me terug bij de zondagavonden dat we steevast thuis bleven om naar Van Kooten en De Bie te kijken.

Muisje

Maandag 3 oktober, Groningen

Terug in Groningen ligt op het stapeltje binnengekomen post een doos die verraadt dat er een boek inzit. Ik heb niets in bestelling. Wie stuurt mij nu een boek toe? Als ik het uitpak blijkt het een bloemlezing te zijn van kinderpoëzie. De titel luidt: Heel de wereld wordt wakker. Ondertitel: Het beste van de moderne kinderpoëzie in 333 gedichten. Een van die gedichten blijkt van mij te zijn.
Ik voel mij al jaren geen kinderboekenschrijver meer. Het is een periode die ik al lang achter me heb gelaten. Al staat in onze woonkamer nog altijd een kastje met ‘mijn oeuvre’. Af en toe kijk ik er met tevredenheid naar, maar ik pak er nooit een boek uit. Dat durf ik niet meer omdat de laatste keer dat ik dat deed bleek hoe snel boeken gedateerd raken. De kinderen die ik beschreef zijn kinderen die niets te maken hebben met de kinderen die nu leven. Mijn kinderen hebben geen computers, mobiele telefoons, spelen geen games. Mijn kinderen spelen buiten, graven holen en bouwen hutten. Ze zitten nooit op de achterbank van hun ouders om naar vioolles of hockey te worden gebracht. In vijfentwintig jaar tijd is de kinderwereld op de kop gezet.
De samensteller van de bundel is Jaap Robben. Hij heeft uitgerekend een gedichtje van mij opgenomen dat Gerrit Komrij ook al in zijn bloemlezing kinderpoëzie opnam. De titel van het gedicht: Muisje, het stond ooit in de enige kinderpoëziebundel die ik uitgaf, Oh, was ik maar een aap.

Revolution

Zaterdag 1 oktober, Cadouin

De hele zomer zag ik deze foto voor me. Als we naar Le Bugue reden, en dat was wel een paar keer per week, zag ik die ex-winkel met Revolution daarboven. De foto die ik wilde maken was voor mij de perfecte metafoor voor de teloorgang van de idealistische revolutie die ik zelf eens zo vurig aanhing en die nu over de hele wereld is verdwenen. Ik schrijf: de foto die ik wilde maken. Want ik maakte hem niet. Waarom niet? Laksigheid, te druk, er gewoon niet aan denken voordat ik naar Le Buisson-de-Cadouin reed, waar ik de foto moest maken, en daardoor mijn fototoestel vergat.
Het was de laatste dag van ons driemaandelijks verblijf hier. We gingen naar Coux, volledige naam Coux-et-Bigaroque, het plaatsje waar een cave is waar wij graag komen. Een Ierse man, met een prachtig accent, bestiert daar een wijnhandel. Zijn adviezen waren tot nu toe schoten in de roos. Als je naar Coux rijdt, kun je door Le Buisson-de-Cadouin rijden.

En wat ik altijd heb gezegd: als je een foto ziet, moet je hem maken. Het is me zo vaak gebeurd dat ik dacht: och, die foto maak ik nog wel een keer. Die keer kwam nooit, weer een gemiste foto. Op die laatste dag nam ik mij heilig voor de foto te maken. In Buisson aarzelde ik nog wel even. Als we in oktober terugkwamen, stond er vast nog wel Revolution. Gelukkig gaf ik niet toe aan de aarzeling en ik maakte bovenstaande foto. Gelukkig maar, want terug in september was Revolution van de gevel gehaald en vervangen door Pizza Mélyce’s, de rolluiken waren eindelijk omhoog.
Bij het bewerken van de foto vroeg ik mij af waarom ik deze foto zo mooi vind. Alles is miezerig aan de foto. De trap leidt nergens naar toe, de pijl wijst naar niets, het winkeltje dat ooit Revolution heette is failliet, het rolluik is dicht, de verf bladdert, de naam Revolution is verschoten, niemand die uit het raam kijkt en je mag niet eens harder dan 30 rijden. Wie noemt zijn winkel nou Revolution? Of was het geen winkel? Heeft iemand gewoon een lichtbak met Revolution opgehangen?

Aan al mijn oude vrienden die zich vroeger revolutionair noemden, de foto is te koop voor €40, formaat 30×40 cm, gedrukt op het mooiste fotopapier. Hebben ze tenminste nog enige herinnering aan hun jeugdige overmoed.
v

Eymet

 

Donderdag 29 september, Cadouin

 

We rijden met Anne door de Dordogne. We doorkruisen de wijnstreek van de Bergerac. Het weer verandert om de paar minuten. Zo schijnt uitbundig de zon, zo verblinden dikke regendruppels het zicht op de weg. Donkere wolken wisselen af met blauwe luchten. Een ding is duidelijk: de zomer is voorbij. vermoedelijk hebben we vorige week met de familie voor het laatst op de veranda in de avondzon gezeten.

We bezoeken Château de la Jaubertie. Buiten de Dordogne stort de Britse economie in, worden onderzeese pijpleidingen opgeblazen en woekert de inflatie in heel Europa door. De wereld is de kluts kwijt. Wij kopen nog een paar dozen wijn in voor de toekomst. Als Anne op bezoek is, weet je dat wijn een belangrijk onderwerp is.

Tussen de middag zoeken we het plaatsje Eymet op voor de lunch. Eymet blijkt in feeststemming, door het hele stadje hangen kleurige slingers. Het doet ons meteen denken aan de Colombiaanse stad Cartagena waar in menige straat eenzelfde soort slingers hangen. Eenmaal op het centrale plein zien we dat er zelfs een Peruaans restaurant is. Het gebeurt niet vaak dat je in de Dordogne iets van de wereldkeuken tegenkomt. We besluiten in Zuid-Amerikaanse sfeer te blijven en er te lunchen.
De boze wereld lijkt ver weg. Volgende week zijn we weer in Nederland en zitten we er opnieuw middenin. Wie deze blogjes te braaf vindt, geef ik helemaal gelijk. Maar laat de hoofdredactie van Dossiermoddergat ook eens genieten. Volgende week krijgt u weer keiharde blogs, genadeloze analyses, stompen in de maag en vechten we ons weer een weg door de grote mensenwereld.

 

Anthonius

 

Zaaterdag 24 september, Cadouin

We bezoeken Château de Campagne in, hoe kan het anders, het plaatsje Campagne in de Dordogne. We lopen de kapel in die aan de ingang is te vinden. Een mooie, lichte ruimte met aan de wand beelden van heiligen. Ik maak een foto van bovenstaand beeld van de heilige Antoine. 
‘Wie is dat?’ vraagt Wyb die een gereformeerde achtergrond heeft en daarom niets weet van die wonderlijke heiligen levens. 
‘Dat is de Heilige Anthonius van Padua,’ zeg ik tegen haar. ‘Hij wordt door katholieken aangeroepen als ze iets kwijt zijn.’ En ik vervolg: ‘Heilig Anthonius, beste vrind, zorg dat ik mijn sleutels weer vind.’ 
Dat is precies de reden waarom ik een foto van hem nam. Anthonius doet me meteen denken aan mijn oma. Ik zie haar nog door het huis prevelen: ‘Heilige Anthonius, beste vrind,…’ Anthonius was werkelijk haar beste vriend.

Even later vind ik Wyb terug in een majestueuze plataan. De tuin om Château de Campagne is wonderschoon, er staan zelfs drie sequoia’s. Het zou de mensen passen om zich veel nederiger te gedragen dan ze nu doen.

Bolwerken

 

Vrijdag 23 september, Cadouin

En daar ligt dan het gezelschap waar ik deze week hele dagen mee doorbreng. Ze bolwerken het niet meer. Te moe, tijd om te rusten.

Familielol

Maandag 19 september, Groningen

Familielol in het Groninger Forum.

Billen

Vrijdag 16 september, Groningen

Afzender: Groninger Studenten Schaatsvereniging.

Franka

Dinsdag 13 september, Groningen

Eergisteren waren we sinds lange tijd weer eens in Dwingeloo. In de vakantie kregen we een telefoontje van Jasper en Aniek, onze oude buren, dat Franka was overleden. Voor wie niet weet wie Franka is. Franka was een hond, een berner sennen, en een van onze beste vriendinnen.

Toen we in Dwingeloo kwamen wonen was Franka vier, vijf maanden oud en de hond dus van onze buren, de eigenaren van de Bospub. Al snel was Franka hele dagen bij ons. Ze vond het rond het restaurant vaak te druk en bij ons vond ze haar rust. In de vijf jaar dat wij er woonden, beschouwde Franka de Bospub en onze tuin als één erf. 
Als wij weg waren lag ze vaak op het eind van het bospad op ons te wachten. Als ze ons met de auto aan zag komen, schommelde ze blij naar ons toe. In de loop van die jaren werd ze dikker en dikker. In de Bospub kwam ze niets te kort, gasten staken haar graag iets toe.

Een paar jaar geleden ging het erg slecht met haar. De buren en wij waren er van overtuigd dat ze het niet lang meer zou maken, de dierenarts was dat met ons eens. Wij namen uitgebreid afscheid van haar. Ze ging met iedereen op de foto zodat we een herinnering aan haar zouden hebben. Gelukkig knapte ze op. Ons verdriet was voor niets geweest.

De liefde voor ons was ongekend. Vorig jaar stonden we met onze camperbus op de camping naast de Bospub. Het hele weekend lag Franka trouw voor onze deur. Waar wij ook gingen, Franka liep met ons mee, blij dat we eindelijk weer eens bij haar in de buurt waren.

Vlak voordat we dit jaar naar Frankrijk gingen, waren we nog even in Dwingeloo. We zagen dat het niet goed met haar ging. Ze kwam met moeite omhoog, voor het eerst ging ze niet meer met ons wandelen. Omdat we wisten dat we haar lang niet meer zouden zien, namen we intens afscheid van haar, we hadden het sterke vermoeden dat we haar voor de laatste keer zagen. Helaas kregen we daar gelijk in.

Franka ligt begraven in het bos, vlak voor de het huis van Jasper en Aniek. De kinderen hebben een mooie grafsteen voor haar gemaakt. We hebben haar zondag met liefde herdacht.

Future

Vrijdag 9 september, Groningen

Vogelhut

Zondag 5 september, Groningen

Eindelijk weer eens met telescoop en verrekijker op stap. Een sentimental journey. Langs het Reitdiep naar het Lauwersmeer. Kluten, steltkluten, kemphanen, grote stern, brandganzen, kolganzen, grutto’s, tureluurs, bruine kiekendief. Daarna na de haven van Lauwersoog op het dak van ’t Ailand zitten en uitkijken over het wad. Dan door naar Moddergat. Er liep een vreemde man het tuinpad op naar ons voormalige huisje. Dat blijft wennen.

Summertime

Vrijdag 2 september, Groningen

Bord

Donderdag 1 september, Groningen

Er zijn nog veel foto’s die ik moet bewerken. Vandaag kwam ik deze foto tegen die ik volgens mij in Périgueux heb gemaakt. Dit verkeersbord viel meteen op door zijn liefdeloosheid. Het is het eerste bord dat zegt dat er sprake is van een voetgangerszone en de man, of de moeder, dat komt ook voor, het kind niet bij de hand houdt.

Ik snap niet waarom de ontwerper van dit bord daar niet voor heeft gekozen. Problemen met zijn kinderen? Sowieso uit een gebrek aan liefde? Of misschien is het wel preutsheid. Een man die een kind bij de hand houdt: is het een kinderlokker? sprake van kindermisbruik? een ontvoering?

Ik verbeeld mezelf dat op dit bord het kind zelfs met moeite de vader bijhoudt. De man loopt volgens mij harder dan het kind, of zie ik dat verkeerd? Ik stel toch voor dat we dit verkeersbord alleen maken met de beeldnis dat de man, de vader, het kind bij de hand houdt. We gaan toch echt de verkeerde kant op als we dit negatief interpreteren. Ik zie dat vasthouden als een vorm van liefde, het leiden van het kind, het kind veiligheid bieden.

Ik zal een brief naar het gemeentebestuur van Périgueux sturen dat ze dit bord beter kunnen vervangen. Volgens mij is er geen andere stad in de wereld waar het kind in zijn eentje achter de man aan moet hobbelen.

 

sssssst

Zondag 28 augustus, Groningen

Poging van de stad Groningen om haar kinderen op te voeden, met name het studerende deel. Geen overbodige campagne want de hele stad is zo’n beetje een campus.
Ik begrijp alleen niet waarom uitgerekend een foto van een poes de campagne ondersteunt. Vermoedelijk weten de bedenkers niet dat de poes een nachtdier is. Gister- en eergisternacht kreeg deze campagne dan ook een ietwat absurd karakter. De studenten zijn, sinds we terug zijn uit Frankrijk, opmerkelijk rustig. We kunnen gewoon met open raam slapen. Eindelijk eens een effectieve campagne? Maar de afgelopen nachten werden juist wreed verstoord door… katten.
Een kwartier lang was er een straatgevecht tussen een aantal kattengangs waar de honden geen brood van lusten: schreeuwen, miauwen, krijsen. Waarom kunnen die verdomde katten ook niet lezen? Vannacht zet ik een emmer water klaar voor ons slaapkamerraam. De eerste kat die geluid maakt, krijgt een emmer water over zich heen.

Banksy

Dinsdag 23 augustus, Groningen

Op de terugweg naar Nederland verschijnt Banksy voor ons op een camper. Het stoot me eerlijk gezegd tegen de borst. Banksy is een underground straatkunstenaar. Niemand weet wie Banksy is, al zijn er vermoedens. Zijn anonimiteit verhoogt de mythe rond zijn werk. Zijn werken doemen op als er onrecht is of maatschappelijke kritiek valt te leveren. Banksy is anti-burgerlijk, onconventioneel en controversieel. Waarom zet je zijn werk op zoiets burgerlijke als een brave camper? Misschien omdat je van zijn werk houdt? Maar als je van zijn werk houdt, moet je zijn werk de plaats laten behouden waar hij het best tot uiting komt. En dat is niet zo’n duffe camper. De eigenaar reduceert Banksy tot illustrator en ontkracht daarmee zijn kunstenaarschap en politieke kracht.
Rembrandt hoort niet thuis op de deksel van koekjestrommels, Van Gogh heeft niets te zoeken op stropdassen en een Banksy op een camper zetten is een even grote miskleun.
Het kan zijn dat het de camper van Banksy is en dat hij er zelf in rijdt, in dat geval zijn bovenstaande zinnen niet geschreven.

Toetjes

Zondag 21 augustus, Cadouin

Het toetje in Frankrijk, een raar fenomeen. Wij houden van pakken, een pak vanillevla, een pak yoghurt. Die pakken zijn, vergeleken met de toetjescultuur in Frankrijk, het toppunt van duurzaamheid. De toetjes in Frankrijk worden geproduceerd in kleine plastic bakjes. Vier keer lepelen met een theelepeltje en het toetje is op. Wie een beetje een toetjesgevoel wil hebben moet op zijn minst twee van die plastic bakjes leeg maken.
Eigenlijk is het toetjesgebeuren in Frankrijk een soort orgie van plastic. Worden er in Frankrijk wel eens vraagtekens gezet bij deze verspilling en vervuiling? Die vraagtekens zijn nooit tot mij gekomen, maar dat zegt niets, hier in Frankrijk ben ik een volstrekte buitenstaander.

Afscheid

Zaterdag 20 augustus, Cadouin

 

Afscheid op het vliegveld van Bergerac. Mirre is vier dagen bij ons geweest en vliegt dan, helemaal alleen, terug naar Nederland. In Rotterdam wacht haar moeder haar weer op. Eerst natuurlijk formulieren invullen dat Mirre Mirre is. Ondertussen neemt ze hartstochtelijk afscheid van Dies. Want dat was natuurlijk het ultieme doel van haar logeerpartij: Dies. Mooi meegenomen dat wij er ook waren.

alle rechten voorbehouden © gerard tonen 2022