Dossiermoddergat.nl

gerardtonenblogt

2022, december

Wens

Zaterdag 24 december, Groningen

 

Dossiermoddergat wenst iedereen een goed en vrolijk nieuwjaar met veel zelfreflectie, liefde, leesgenot, joie de vivre, culinaire genot, vriendschap, mooie en nuttige filosofische inzichten, fijne feesten, zinnelijk genot, esthetische hoogtepunten, weldadige slaap, rechtvaardigheid, strijdbaarheid, creativiteit, geluk, het winnen van de loterij en allerlei andere zaken die je zomaar in de schoot kunnen vallen of waar je juist hard voor moet werken. Zo, dat was het dan, de nieuwjaarswens is geuit.

Goed om te weten dat de redactie van Dossiermoddergat zich een week terug trekt. Reden: familiale gezelligheid, verhuisperikelen, reislust, enige luiheid, drankgebruik en niet te vergeten verjaardagsgedoe. Ook de redactie wil wel eens uitslapen, aan iets anders denken dan een blog of foto. De redactie gaat het er van nemen, en zal wel wel zien wanneer ze weer bij zinnen komt.

Walm


Donderdag 22 december, Groningen

 

Als ik rond middernacht terugloop van mijn wandeling met Dies bedenk ik dat ik eigenlijk de hele dag tussen verslaafden heb rondgelopen.

Het begint met de ochtendwandeling van Dies. Bij ons om de hoek zit het Noorderpoort College, een instituut voor MBO-onderwijs. Het zit in een oud universiteitsgebouw, daarvoor was het misschien een klooster. Het terrein kent vijf ingangen en bij elke ingang staat prominent een bord dat hier een Rookvrije Generatie aan de toekomst werkt. Mooi initiatief, maar er klopt geen bal van. Bij elke poort staat de Rookvrije Generatie als een gek te paffen. Ik heb er een foto van willen maken, zo’n groepje met daarbij dat bord. Jammer genoeg durf ik hem niet te maken. Met moeite ontwijk ik de groepjes studenten. Als ik niet oppas word ik nog een verslaafde meeroker.

Hetzelfde gebeurt overdag als ik door de stad loop. Op grote schaal wordt tegenwoordig op straat gerookt. Vroeger vonden we dit asociaal, inmiddels is het bon ton. Er wordt op straat net zoveel gerookt als in de series van Netflix, het paft maar door. Nieuw fenomeen daarbij is de e-sigaret, die de mens tot schoorsteen maakt. Een beetje e-roker ontwikkelt enorme rookwolken waaraan niemand kan ontsnappen, en dan krijg je ook nog zo’n weeïg geurtje mee.

’s Avonds op weg naar het plantsoentje waar ik Dies voor het laatst uitlaat, loop ik langs de vele studentenhuizen in onze straat. Erg gezellig want veel studenten staan in groepjes buiten, Dies wordt overal met enthousiasme begroet. Maar de toekomstige juristen, bedrijfseconomen en medici staan daar niet voor niets: ze staan daar ‘gezellig’ te roken. Door de vele fietsen op de stoep lukt het me nu niet om de nicotinewalm te ontlopen.

In het plantsoentje zit vandaag een man met een heliumtank tussen zijn benen. Keer op keer vult hij een ballon die hij dan in zijn mond stopt. Het is een bankje waar elke avond wel iemand verslaafd zit zijn. Gisteren zaten er twee mannen crack of heroïne te prepareren, het was niet hun eerste shot.
‘Hé, meneer, mag u uw hond in de stad wel los laten lopen?’
‘Volgens mij wel, hoor, ik heb nog nooit een bekeuring gehad.’
‘Weet u dat zeker? U moet geen bekeuring krijgen, hoor. Volgens mij mogen honden niet loslopen.’
‘Wij doen hier ook illegale dingen,’ zegt de ander.
‘Ja, maar u mag de hond niet los laten lopen. Ik heb zelf twee boksers gehad, die liet ik nooit loslopen. Mag ik u hond eens aaien?’
‘Natuurlijk.’ Ik roep Dies, die enthousiast naar de twee mannen loopt, waarvan de een nog steeds bezig is met het prepareren van de shot.
‘Hij luistert goed, meneer.’
‘Ik zou hem wel vastmaken, hoor,’ zegt de man als ik met Dies wegloop.

Vanavond dus de man met de heliumtank. Het lijkt erop dat mensen die gebruiken goed zijn in het herhalen van zinnen. Zo vraagt de man met de ballon wel zes keer of ik me veilig voel hier.’ Keer op keer verzeker ik hem dat ik me zeker veilig voel, maar dat schijnt hem niet te overtuigen. ‘Voelt u zich echt wel veilig?’ Ook hij vraagt of hij de hond mag aaien. Dies is een troost voor junks.

Terug naar huis komen we weer langs de studenten die voor hun deuren staan te roken. Ik ben trouwens geen haar beter als het om verslaving gaat. Vanavond geen praatjes met de studenten, ik loop snel terug naar huis, want ik weet dat daar een volgend glas wijn op me wacht.

Bulkgoed

Woensdag 21 december, Groningen

 

Laat ik eerlijk zijn, toen ik voor het eerst hoorde dat er sprake was van excuus over het Nederlandse slavernijverleden, dacht ik: nou dat weer. Ik was mij er, dacht ik, ten diepste van bewust dat het slavernijverleden van Nederland een ongelooflijk smerige vlek op ons blazoen is, maar om nu weer obligaat excuus te gaan maken.

Die smerige vlek viel voor mij in een patroon. Nederland en geld, het is een Siamese tweeling. Als er ergens geld valt te verdienen, dan kun je er donder op zeggen dat er een Nederlander in de buurt is. Zelfs als dat geld verdienen stinkt door smerige praktijken. Ethiek is niet onze sterkste kant. Gelukkig zijn we gelovig en is er altijd vergeving. Als de kassa maar rinkelt.

Ik schreef zojuist ‘was mij er ten diepste van bewust’. Maar dat klopte toch niet, blijkt nu Rutte ook een weg heeft afgelegd van afwijzing van excuses naar het maken daarvan. Pas gisteren, bij het zien van de reacties op die excuses, uitgesproken door zwarte mensen, realiseerde ik me ten volle hoe ernstig die slavernij echt was. We behandelden hen die we tot slaaf maakten minder dan honden. We kochten ze, verhandelden ze, een dode meer of minder maakte niet uit, want wat was een slaaf nou eenmaal waard. De mens als bulkgoed. V.O.C.-mentaliteit pur sang.

Het gevolg is dat families uit elkaar werden gereten, maar ook culturen. Met de deportatie van al die mensen, maakten we de samenlevingen van waaruit ze kwamen kapot, maar ook de gebieden waar we slaven naartoe transporteerden. De gevolgen daarvan blijven gemeen schrijnen. De woorden misdaad tegen de mensheid zijn hier absoluut op zijn plaats.
Wie spreekt over oude koeien uit de sloot halen en ‘moeten we het verleden nou altijd weer oprakelen’, zou ik willen zeggen dat die koeien helemaal niet oud zijn. Volgend jaar herdenken we dat 150 jaar geleden de slavernij werd afgeschaft. Bij mijn geboorte was dat dus slechts 80 jaar geleden, terwijl ik tijdens mijn opvoeding het idee kreeg dat dit toch op zijn minst honderden jaren geleden was.

En wie mocht denken dat de sporen van die slavernij, in de vorm discriminatie, voorbij zijn, heeft het mis. Ik weet dat al te goed omdat ik van nabij meemaak wat mijn bruine dochter in Amsterdam te verduren kreeg. Ik zal daar nu niet over schrijven, die tijd komt misschien binnenkort wel. Voor wie denkt dat Nederland een keurig land is, waar discriminatie niet voorkomt, kan ik zeggen: individuele discriminatie en institutionele discriminatie kankert overal nog door. Shame on us.

Ster

Maandag 19 december, Groningen

 

Ik hou van voetbal, maar ik kijk nooit naar voetbal. Dat komt omdat er zoveel voetbal is dat je er niet goed van wordt. Een potje voetbal op zijn tijd is prima. Maar op televisie, en zelfs op de radio, worden we overvoerd met voetbal. Ik vind het een van de meest overgewaardeerde maatschappelijke activiteiten, ondanks dat ik van voetbal hou.

Zo heb ik vanmiddag een van de mooiste voetbalpotjes ooit in mijn leven gezien. In de finale van dit wereldkampioenschap in Qatar, de wedstrijd tussen Argentinië en Frankrijk, zagen we voetbal zoals voetbal moet worden gespeeld. Beide partijen vochten onverveerd (wat een mooi woord) met elkaar, waardoor de wedstrijd van begin tot het einde spannend was. Het spel golfde prachtig over en weer.

De wedstrijd was, wat mij betreft, ook een aanklacht tegen het spel van het Nederlands elftal. Met afschuw keek ik naar het totaal zielloze spel van onze landgenoten. Louis van Gaal probeerde ons in de voorbereidingen al wijs te maken dat het moderne voetbal niet zonder systeem kan. Daarom had hij voor dit wereldkampioenschap een systeem bedacht dat tot afzichtelijk laf voetbal leidde. Het systeem was eenvoudig: zijn zetstukken moesten vooral verdedigen en als de kans zich voordeed via de flanken counteren. Ik noemde het gaap voetbal. Het leidde tot voetbal waar je je voor moet schamen, het was passief, defensief, saai, vrijwel stilstaand voetbal zonder sjeu.

Gelukkig lieten zowel Argentinië als Frankrijk zien dat Louis van Gaal ongelijk had. Natuurlijk heeft het moderne voetbal een tactiek nodig, maar de kracht ligt niet bij de tactiek, die ligt bij creativiteit, het anticiperen, beweeglijk zijn, individuele kwaliteit, vechtlust en speelplezier. Al deze laatste zaken heeft Van Gaal er bij zijn spelers uitgeramd. Iedere speler diende zich dienstbaar te maken aan Het Systeem en dan zou het wel goed komen. Natuurlijk kwam het helemaal niet goed.

Het Nederlands elftal speelde één kwartiertje goed. Dat was toen ze 2-0 achterstonden in de wedstrijd tegen Argentinië en de tijd drong. Er moest iets gebeuren. De spelers ontworstelden zich uit het systeem en gingen eindelijk voetballen. Eindelijk gingen ze ouderwets aanvalluuuh. Het was een plezier om te zien en binnen de kortste tijd was de achterstand weggewerkt. Daarna vervielen ze weer in dat laffe en saaie Systeem, met gevolg: roemloos verlies.

Het Nederlands Elftal kende één ster, één iemand die straalde, en dat was Louis van Gaal zelf. Goh, wat zagen we hem genieten. Hij is als een soort verlosser uit zijn pensionadodom geroepen en je zag dat hij dacht: ik heb toch niets meer te verliezen, ik ga hier mateloos van genieten. Hij zette zijn spelers, die het eigenlijke werk moeten doen, in de schaduw. In plaats over voetbal ging het over Zijn Systeem en zijn leven. Hij stal de show met melige grappen, het kussen van spelers en pseudo superieur doen. Het voetbal verdween naar de achtergrond.

Gelukkig hebben Argentinië en Frankrijk ons het kinderachtige en incompetente optreden van Louis Van Gaal doen vergeten. Door hun spel staat Louis met terugwerkende kracht in zijn hemd. Het spel van de beide landen zou ons zelfs bijna laten vergeten dat het toernooi plaatsvond in Qatar, een land dat door corruptie het toernooi binnenhaalde en vervolgens walgelijk veel geld uitgaf aan voorzieningen die na het toernooi hun functie verliezen. En dan hebben we het nog niet over de vele doden die deze krachtinspanning mogelijk maakten.

Van Gaal en Qatar kunnen we beide de grote verliezers van dit toernooi noemen. De individuele kwaliteit van Messi en Mbappe daarentegen zijn de grote winnaars. Creativiteit wint het uiteindelijk altijd van een systeem.

 

Stilte

Vrijdag 16 december, Groningen

 

 

Toch wonderlijk: de wereld ging een paar keer in lockdown en toen de lockdowns voorbij waren was er een enorm tekort aan personeel. Het aantal treinen nam vanwege dat gebrek af, evenals de lengte van die treinen. De wachtlijsten in de zorg werden langer en langer, alom was een gebrek aan mensen die een ambacht beheersten. Het land is uit evenwicht.

Nou weet ik dat ik geen enkel recht van spreken heb, want tijdens een van die lockdowns verliet ik het slagveld en ging met pensioen, eindelijk de total vrijheid. Ik besloot die vrijheid volledig tot mij te nemen. Bestuursfuncties, ik weigerde ze allen. Klusjes? Ik nam er nog twee aan waarvan ik enorme spijt kreeg. Zelfs het kleinste klusje verstoort de totale vrijheid, merk ik.

Bestuursfuncties al helemaal. Je wordt altijd verleid met het verhaal dat zo’n functie nauwelijks werk met zich meebrengt. Het bestuur of de raad van toezicht komt vier keer per jaar bij elkaar en dat is alles, fluitje van een cent. Ik waarschuw degene die na zijn pensioen nog een volle agenda wil hebben. Elke bestuursfunctie heeft mij vele malen meer tijd gekost dan beloofd.

In elke organisatie breekt wel een crisis uit. Er komt een financiële crisis, de subsidie wordt gehalveerd, de directeur stapt op, het personeel meldt grensoverschrijdend gedrag, en zo zou ik nog vele voorbeelden kunnen noemen. Altijd gedoe. De enige manier om daar gegarandeerd verschoond van te blijven, is het nooit aanvaarden van een bestuursfunctie. Tenzij je natuurlijk houdt van sores en ellende, dan is een bestuursfunctie een ideaal middel om daarvan te proeven.

Terwijl ik mijn eigen weg volg en allemaal dingen doe ik echt wil doen, zonder mij van iemand of iets aan te trekken, zie ik de personeelstekorten in het onderwijs oplopen, er is een gebrek aan huisartsen, vervoerders smeken om personeel. Wat doe ik? Ik vertrek naar Frankrijk, ga over de zijlijn heen en zoek nog meer de marge op. Ik neem geen verantwoordelijkheid, help niet mee om tekorten te verminderen.

Het gekke is dat niemand mij ook vraagt ergens in te springen. Met een zak geld heeft men mij laten gaan om te genieten van mijn vrijheid en ik ben vergeten. Voor mij een goede zaak, dat is precies wat ik wilde. Dat geldt niet alleen voor mij, maar voor al die pensionados die lui op hun lauweren kunnen rusten. Gezien de nood had ik wel verwacht dat er een vraag zou komen. Hé, Blogger, kun jij af en toe niet eens met een taxi rijden? Of: Hé, Blogger jij hebt toch een onderwijsbevoegdheid? Kun jij niet eens wat taallessen aan al die scholieren geven die als halve analfabeten van het basisonderwijs komen?

Het bleef gelukkig stil en in stilte knijp er tussenuit. Ze horen nog van me.

 

Ontdekkingsreiziger

Woensdag 14 december, Groningen

 

Ik heb de pest aan winters. Ik hou maar van één winter, en die lijkt uitgestorven. Het is de winter dat je nog kind bent, je stapt uit bed, je blote voeten schrikken van het koude zeil. Je opent je gordijnen en je ziet dat alles anders is, de wereld heeft zelfs zijn kleur verloren. Je weet niet hoe snel je buiten moet komen. Die sneeuw, die maagdelijke sneeuw, het lijkt alsof er geen andere mensen op de aarde zijn, nergens zijn voetstappen te bekennen, als een ontdekkingsreiziger zet jij de eerste stappen in een nieuwe wereld.

En dan ben jij de eerste die door sneeuw stapt. Bij elke stap kraakt de sneeuw een beetje. Je ziet niet alleen dat het heeft gesneeuwd, je hoort het ook. Het geluid is anders, alles is doffer, het geluid is kleiner gemaakt.
Je maakt de eerste sneeuwbal en raakt de lantaarnpaal. Dan ga je naar het fietsenhok van de school die iets hoger ligt, je zet af en de lichte helling zorgt ervoor dat je de straat op glijdt. Voor de straat hoef je niet bang te zijn, want niemand waagt zich buiten. De straat is van jou.

Later op de dag ga je naar de Echoput, waar het een gekrioel en geschreeuw van kinderen is die met grote vaart de diepte in glijden. Dan loop je door naar de Goffert, waar een lange, stijle helling is. De slee gaat zo hard dat je zelfs bang wordt, hoe moet je dit ding ooit stoppen? En je klimt weer naar boven.

Later gingen mijn vriendjes schaatsen op de vijver bij het bejaardenhuis. Ik weet niet van wie ik de Friese doorlopers kreeg, maar ze bleven nooit aan mijn voeten zitten, altijd kropen ze weer naast mijn schoen. Handschoenen uit en ze weer onder binden. Totdat mijn handen zo koud waren dat ik nog maar één ding wilde: naar huis, mijn handen op de kolenkachel leggen.

Helaas. Deze winter zijn uitgestorven, niet alleen omdat ik ouder werd, maar ook omdat die lekkere pakken dikke sneeuw zich niet meer laten zien. Strenge winters zijn voorbij. De winter is er nu een van sombere luchten, bedompte straten, regenbuien, wind.

De eerste winter nadat wij terug waren uit Frankrijk schrok ik enorm van het deprimerend weer. Ik had het altijd lijdzaam ondergaan, druk met werk. Nu pas, na al die mooie heldere luchten in Zuid-Frankrijk, in zomer en winter, viel het mij op hoe onverbiddelijk de winters in Nederland zijn. Ze zijn bijna niet door te komen. Alleen dat al was een motivatie om weer aan Frankrijk te gaan denken.

Het vriest nu, de lucht is helder, blauw, lekker koud. Over de Elfstedentocht hoor ik niemand praten. Niemand die het durft, het verleden heeft het ons afgeleerd. De winter waar ik van hield is definitief verleden tijd.

 

Rapport

Dinsdag 13 december, Groningen

 

Beste lezer,

Als bestuur van Dossiermoddergat willen wij u graag van het volgende op de hoogte stellen. Volgens een onafhankelijk onderzoeksrapport is gebleken dat Dossiermoddergat een ‘verwaarloosde organisatie’ is. Het bestuur gaf opdracht tot dit onderzoek nadat wij via de vertrouwenspersoon in 2020 meldingen hadden ontvangen over pesten, discriminatie en intimidatie.

Uiteraard willen wij geen namen noemen, maar de klachten richten zich vooral op De Blogger. Uit het onderzoek is gebleken dat medewerkers zich bij hem onveilig voelen. Het blijkt dat hij medewerkers, vooral onze fotografen, ernstig schoffeert, soms zelfs vernedert. En dit in het bijzijn van andere medewerkers. Het is niet voor niets dat het ziektepercentage binnen de organisatie significant veel hoger is dan het ziektepercentage bij vergelijkbare organisaties.

Het excuus van De Blogger dat Dossiermoddergat nou eenmaal in de champion league speelt en dat hij daarom iedereen op scherp moet stellen, hebben we niet aanvaard. Wij vinden het een niet relevant excuus, een excuus dat tegenwoordig iedere manager gebruikt die uit de bocht vliegt.

Door te hoge werkdruk en de voorgenoemde bedrijfscultuur viel een van de vijf medewerkers langdurig uit, vaak met een burn-out. Steun tot herstel bood de organisatie nauwelijks. Gevolg was een enorm personeelsverloop.

Het rapport meldt ook incidenten met vier zwarte kunstenaars. De slechte samenwerking met hen is volgens het onderzoeksbureau te wijten aan een gebrek aan kennis over discriminatie, racisme en inclusiviteit bij een deel van medewerkers en specifiek De Blogger. Dossiermoddergat staat zich wel voor op een divers personeelsbeleid, maar van de vijfentwintig medewerkers tussen 2015 en 2022 waren er drieëntwintig wit en hetero.

Ander aspect waar het rapport op wijst, is het zich structureel schuldig maken aan nepotisme. Volgens de doelstellingen van Dossiermoddergat moet het het blog een breed beeld van de samenleving geven en streeft het een diversiteit aan onderwerpen na. Helaas heeft Dossiermoddergat onder leiding van De Blogger de scope steeds meer vernauwd tot zijn eigen leven, zijn naaste familieleden en vrienden.

Wij hechten er waarde aan te vermelden dat De Blogger zich niet schuldig heeft gemaakt aan seksueel overschrijdend gedrag, wat in een eerdere werkkring van hem wel heeft plaatsgevonden. Dat neemt niet weg dat het bestuur De Blogger voorlopig op non-actief heeft gesteld.

Het bestuur biedt zijn oprechte excuses aan de medewerkers aan dat zij zijn blootgesteld aan de grillen en willekeur van het management van De Blogger. Wij bieden ook onze excuses aan de lezer aan, aangezien de blik van Dossiermoddergat steeds beperkter werd.

De aankomende week zullen wij ons beraden welke maatregelen we gaan nemen om te zorgen dat aan deze situatie per direct een einde komt en er voor te zorgen dat dergelijke toestanden in de toekomst zich niet herhalen.
Wij houden u op de hoogte en hopen niet dat u door deze onverkwikkelijke zaken het lezen van Dossiermoddergat opgeeft. Want Dossiermoddergat bestaat bij de gratie van uw lezen.
Wij wachten een reactie van De Blogger af, mocht die komen, al heeft hij aangegeven dat hij daartoe geen behoefte voelt, dan houden wij u zeker op de hoogte. Nogmaals onze welgemeende excuses.

Met vriendelijke groet,

het bestuur van Dossiermoddergat,

is getekend,

de voorzitter.

P.S. Omdat wij vinden dat de onderste steen boven moet komen, hebben wij aan Deloitte gevraagd nader onderzoek te doen hoe het zover heeft kunnen komen. Het onderzoeksrapport van Deloitte zal in 2025 klaar zijn. Uiteraard brengen wij u over de conclusies van dit rapport te zijner tijd op de hoogte.

 

AI

Zaterdag 10 december, Groningen

 

Het absolute geluk lonkt. Binnenkort kan ik echt in mijn hangmat gaan schommelen, wijn en boek onder handbereik. De baliemedewerkster in het bankwezen, de typograaf, de encyclopedie, de medewerkster van het reisbureau en de beste menselijke schaker ter wereld gingen mij voor. Allen verdwenen door digitalisering en het toenemen van de kunstmatige intelligentie, of beter: artificial intelligence (AI). Het einde van het bloggen is in zicht. Voor altijd vakantie!

Of eigenlijk zeg ik het verkeerd. Er zal altijd worden geblogd, maar er hoeft geen mens meer aan te pas te komen. Grote sensatie is het programma ChatGPT. Je geeft ChatGPT een schrijfopdracht en je krijgt een uitstekend lopende tekst. Niks geen houterige computergestuurde taal meer, de taal is niet te onderscheiden van de menselijke schrijfkunst. Sterker: je kunt ChatGPT zelfs vragen om in een bepaalde stijl of genre te schrijven. Vraag een thriller à la Grisham en je krijgt een thriller à la Grisham. Het programma schijnt zelfs te begrijpen wat ironie en sarcasme is en daarmee aan het werk te kunnen. Wat betekent dat het met gelaagdheid in een tekst kan omgaan.

Ik heb het programma gedownload en heb er een beetje mee gespeeld. Het is onvoorstelbaar wat mogelijk is. Ik vraag een kritisch commentaar op het asielbeleid van Nederland en verdomd, ik krijg een lezenswaardig blog. Dit betekent dat ik binnen afzienbare tijd ’s ochtend alleen nog maar een onderwerp hoeft te kiezen. Dan zeg ik tegen ChatGPT: schrijf een blog over de overheid als dader in de stijl van Dossiermoddergat. Ik kruip in de hangmat en tegen lunchtijd ga ik eens kijken wat ChatGPT heeft gebrouwd. Het zal vast mogelijk zijn om een automatische link te leggen met Dossiermoddergat zodat ik het er niet zelf meer hoef op te zetten. Eindelijk ben ik af van dat bloggen.

Laat ik je een voorproefje geven. Om te kijken of het programma op het allerhoogste artistieke niveau kan werken, geef ik ChatGPT de opdracht een haiku te schrijven met als onderwerp een ree. En zie hier het resultaat.

de ree op het land
zomer, herfst, winter, lente
de ree op het land

Nou moet een goede haiku in principe een natuurbeschrijving zijn en drie regels bevatten. De eerste regel moet vijf lettergrepen bevatten, de tweede zeven en de derde weer vijf. Verdomd, het programma heeft het prima uitgevoerd. Het gedicht vind ik door zijn eenvoud ongelooflijk mooi, het schept meteen de leegte van een landschap, een ree die daar als silhouet in weer en wind in staat. Het is in feite een zeer doeltreffende ode aan de ree.

Wat ik ook knap vind is dat het programma kiest voor de ree en niet voor het ree. Volgens het Groene Boekje mag je zowel ‘de’ als ‘het ree’ zeggen. Van Dale noemt ook beide opties maar vermeldt erbij dat ‘het ree’ typisch jagerstaal is. Daaruit kunnen we opmaken dat minder vuurgevaarlijke lieden het vaker over ‘de ree’ hebben. Uiteraard gebruiken de redacteuren van Dossiermoddergat, als minder gevaarlijke vuurgevaarlijke lieden, als optie de ree.

De lezer van Dossiermoddergat kan nog veel plezier hebben van deze artificial intelligence. En ik ook.

 

De weg terug

Woensdag 7 december, Groningen

 

Verhuizen naar een eenzaam huis op een berg. Verdomd, blijk ik in een eeuwenoude traditie te staan enerzijds, anderzijds op de huid van de tijd te zitten. Ik verklaar mij nader.

In NRC lees ik afgelopen zaterdag de kop: ‘Stilte is de grootste luxe.’ In het artikel lees ik: ‘We willen ons bevrijden van de constante drukte. Echte stilte en afzondering is maar voor een kleine groep weggelegd.’ Ander citaat: ‘Maar voor échte stilte en rust heb je veel meer geld nodig. Stiltevakanties zijn een trend in het luxesegment. In Italië worden vijfsterrenhotels geopend in voormalige kloosters, voor een ‘meditatieve’ vakantie.’ 
Die trend schijnt zich dus vooral voor te doen in het dure segment. Dan kun je er donder op zeggen dat na de early adopters de late majority zal volgen. Dat zou vooruitgang zijn. In ieder geval zitten Wyb en ik met onze verhuizing naar onze berg blijkbaar op de huid van de tijd.

Maar dat zal me worst wezen. Een dag eerder las ik in de Volkskrant dat er een nieuw boek uit is, geschreven door Jan de Meyer. De titel luidt: De weg terug. De ondertitel: Chinese kluizenaars en het daoïsme. 
Op de achterflap lees ik: ‘Gedurende meer dan tweeduizend jaar hebben Chinese daoïsten (lees taoïsten) zich teruggetrokken uit het dagelijks leven en zich in stilte als kluizenaar te wijden aan geestelijke rust, onthechting en eenvoud. Hun aandeel in de geschiedenis lijkt marginaal, maar is dat allerminst. Talrijke keizers deden een beroep op de ‘verheven heren’ omdat in hun teruggetrokken levenshouding een sterk commentaar op het ambtelijk apparaat sprak en zij door hun weigering een bestuurlijke rol op zich te nemen boven de massa uitstaken.’
Het spreekt voor zich dat ik dat boek wil lezen.

Elke dag ga ik als een soort handelsreiziger, met boeken waarvan we vanaf willen, de stad in. Dan ga ik weer naar het ene antiquariaat, dan weer naar het andere. Elke dag scoor ik zo’n vijfentwintig à dertig euro. Vandaag besluit ik de opbrengst van mijn handeltje aan De weg terug te besteden. Ik hoop er de filosofische onderbouwing of ondersteuning van onze verhuizing in te vinden. Eenmaal thuis begin ik meteen te lezen.

‘Niet alleen zijn de Chinese kluizenaars niet marginaal, ze zijn ook geen verleden tijd. Verschillende van de belangrijkste thema’s die hen meer dan twintig eeuwen bezig hebben gehouden, zijn vandaag minstens even actueel en relevant als ze al die tijd geleden al waren: de keuze tussen het bewaren van een zo groot mogelijke mate aan autonomie en individuele integriteit enerzijds, en het participeren aan de ontwikkeling van het beleid anderzijds; het conflict tussen het eigen geweten en de bezoedelingen die gepaard gaan met het uitvoeren van de macht; de keuze tussen persoonlijke vrijheid en zelfontplooiing enerzijds, en het accepteren van een leven van conformisme in een ritualisme doordrenkte maatschappij anderzijds.’

‘Niet zelden steunden onze anachoreten (kluizenaars) op passages uit de Zhuangzi, waarin wordt gesteld dat de individuele integriteit enkel kan worden bewaard door zich nutteloos te maken voor overheid en bestuur, met andere woorden, door de schijn te wekken maatschappelijk voor niets te deugen.’

Ik verheug me in toenemende mate op de verhuizing.

Verhuistolerantie

Dinsdag 6 december, Groningen

 

‘Dat je dat durft.’
‘Wat een grote beslissing.’
‘Wat heerlijk.’
‘Een straf besluit.’
De reacties op onze beslissing weer naar Frankrijk te verhuizen lopen nogal uiteen. Misschien omdat we het al een keer hebben gedaan zie ik het zelf niet als een grote beslissing. Je kunt in Nederland en in Frankrijk wonen, wat maakt het uit. Twaalf uur rijden en ik ben weer in Nederland. Dat oppervlakkige gevoel overheerst bij mij. Maar het is natuurlijk te simpel gedacht. Ik heb echt zin om weer naar Frankrijk te gaan. Waarom eigenlijk? Wat zijn de werkelijke reden waarom wij dat, in tegenstelling tot een heleboel mensen, ‘zomaar’ doen?

De belangrijkste drijfveer voor mij is vermoedelijk de behoefte aan stilte, aan rust. Ik vind het heerlijk om daar te zijn. De ruimte van het land, de afstand van de drukte, ik kan daar erg van genieten. Wyb en ik kunnen prima met z’n tweeën zijn. Ook zonder duizend-en-een contact en verplichtingen vermaken wij ons uitstekend.

Ik heb het donkerbruine vermoeden dat door die stilte en rust zich weer nieuwe dingen aandienen. Klinkt vaag, is vaag. De rust geeft ruimte voor nieuw denken. Hoop ik. Als die nieuwe dingen niet komen, ook prima. Ik vind het heerlijk om op een veranda te zitten. Geef mij een boek en een laptop en mijn leven is gevuld. Voor Wyb ligt dat anders, denk ik. Zij heeft echt behoefte aan nieuwe werkzaamheden, andere werkzaamheden, werk dat buiten het theater ligt. Ik kan mij dat goed voorstellen. Ook ik had het theater op een gegeven moment wel gezien. Het leven is te lang om je met één soort werk bezig te houden.

Andere belangrijke reden om het besluit te nemen heeft met het licht te maken. Het licht in Nederland, en vooral in de herfst en de winter, is vaak zo deprimerend modderig, en zo lang modderig. In de Dordogne regent het ook wel en is het ook bewolkt, maar nooit zo lang als in Nederland. Al ongekend snel voor Nederlandse begrippen breekt de lucht, is er blauwe lucht en zon te zien. Die ellenlange periodes van modderig licht heb je daar niet. En: een ongelooflijk groot goed, het waait er opmerkelijk weinig, dat is heerlijk, hierdoor wordt alles behaaglijker.

Ander aspect. Ik heb in Frankrijk het heerlijke gevoel dat ik een buitenstaander ben. In Nederland voel ik mij met alles verwant en dat alles vind ik opmerkelijk vaak onaangenaam. Komt de domme drang bij dat ik me ermee wil bemoeien. In Frankrijk schud ik dat van me af. Ik maak me ook geen enkele illusie over het integreren in de Franse samenleving. Alleen al mijn slechte beheersing van de Franse taal behoedt mij daarvoor. Ik heb ook niet bepaald het idee dat de Fransen op die integratie zitten te wachten. Hun eigen familie staat centraal, en die buitenlanders die er wonen, à la.

Wat de beslissing makkelijk maakt, zal onze verhuistolerantie zijn. Wij zijn gewend onze spullen te pakken en in een totaal nieuwe omgeving te gaan wonen. Wij zijn getrainde verhuizers. Dat bedoel ik niet in fysieke zin, want zonder hulp om onze spullen van A naar B te brengen zouden we het niet redden. Gelukkig zijn er Erik en Ed die ons al eerder naar het zuiden brachten.

Erik stelde gisteren al voor om zelf een flinke aanhangwagen te kopen zodat we die bij de volgende verhuizing kunnen gebruiken. Het kan best dat Erik ons inmiddels beter kent dan wij onszelf. Hij is er blijkbaar van overtuigd dat er een volgende verhuizing komt. Ik zou er op dit moment niet aan moeten denken, maar ja, de resultaten uit het verleden wijzen inderdaad een andere richting op. Zowel Wyb als ik beschikken over een bovengemiddelde wendbaarheid, dus ja, wat moet ik hierover zeggen?, ik weet het niet, het zou kunnen, we zien het wel.

Met grote dankbaarheid

Zondag 4 december, Groningen

 

Ik ga vandaag iets met pijn in mijn hart doen. De eerste boeken die ik kreeg waren alle fictie. Zo had ik de hele serie van Puk en Muk die ik in een rood koffertje bewaarde. Als ik bij mijn oma ging logeren moest het koffertje mee. Daarna verzamelde ik nog de serie van Wipneus en Pim, iets later de serie van Pim Pandoer. Eigenlijk ben ik altijd een serie lezer gebleven. Als een schrijver mij bevalt, wil ik het liefst alles van hem lezen.

Het eerste non-fictie boek dat ik kreeg was Dit dier is uw vriend, een boek, zoals de ondertitel zegt, alles over huisdieren. Ik keek zojuist in het boek wanneer het is uitgegeven: 1963, ik was negen jaar. Grote kans trouwens dat ik het toen op Sinterklaasavond heb gekregen.
Het is niet gek dat ik het kreeg want dieren hebben altijd een grote rol in mijn leven gespeeld. In de tijd dat ik het boek kreeg hadden we een parkiet, Popi geheten, die ik allerlei kunstjes had geleerd. Het kan niet anders of ik had ook hamsters. Mijn hele jeugd heb ik hamsters gehad. Ik probeerde ze te fokken. Soms hadden ze jongen en dan bracht ik die naar de dierenzaak om te verkopen. Maar vaker vraten ze hun kroost op en vond ik in de bak aangevreten jongen.

Ik heb zelfs seksuele voorlichting gekregen via de hamster. Op een gegeven moment waren het mannetje en vrouwtje dat ik had op de salontafel aan het neuken. Mijn moeder stelde toen de verbijsterende vraag: ‘Hoe denk je nou hoe mensen kinderen kunnen krijgen?’ Na haar uitleg viel alles voor mij op zijn plaats.

Ik denk dat Dit dier is uw vriend ook een belangrijke oorzaak is dat ik mijn hele leven, tot de dag van vandaag, honden heb gehad. Ik vrat het hoofdstuk over de hond en droomde hoe het was om zelf een hond te hebben. Die hond kwam een paar jaar later en was, tot mijn teleurstelling, een dwergpoedel. Zelf had ik meer een schotse collie in gedachte, zo’n hond als Lassie, of een herdershond als Rin Tin Tin. Onze dwergpoedel verrichtte nooit heldendaden.

Vandaag ga ik Dit dier is uw vriend weggooien. Voor mij een grote daad. Maar ik vind het nu toch ook onzin dat je een boek een leven lang in de kast laat staan om sentimentele redenen. Ik heb het boek zeker vijfenvijftig jaar niet ingekeken, maar wel bij elke verhuizing weer meegenomen. De Puk en Muks zijn al lang uit mijn leven verdwenen, Dit dier is uw vriend pakte ik elke keer weer in. Nu we opnieuw kleiner gaan wonen, de boekenkast beperkt is, besluit ik er definitief afscheid van te nemen. Vooral omdat de rug ernstig is gehavend, is het zelfs niet waard om naar een kringloopwinkel te brengen. Met grote dankbaarheid dat ik het boek in mijn jeugd had, gooi ik het in de vuilnisbak. Het boek heeft mijn liefde voor dieren zeker nog meer aangewakkerd.

Croucho Club

Zaterdag 3 december, Groningen

 

Een fotoboek uitgeven is een genot. Op de eerste plaats omdat je de foto’s waarvan je zo houdt in één boek in de hand kunt houden en bekijken. Foto’s in een boek vind ik sowieso de ideale manier om foto’s te bekijken. Foto’s op internet en in Dossiermoddergat zijn ook niet te versmaden, maar dan blijven ze toch teveel lichtbeelden. In een fotoboek zie je foto’s zoals ze zijn bedoeld. Als ik moet kiezen tussen foto’s bekijken op een fototentoonstelling of diezelfde foto’s bekijken in een boek. Dan kies ik voor het boek. Een fototentoonstelling loop ik maar één keer over, een boek kan ik altijd weer in mijn hand houden. Een foto op een fototentoonstelling wordt ook teveel kunst, vind ik. Een foto in een boek is meer een gebruiksding, is veel vriendelijker en onnadrukkelijker.

Maar er is nog een reden dat het uitgeven van een fotoboek een genot is. Dat heeft te maken met de contacten die het genereert. Wyb en ik hebben sinds het uitkomen van het boek nog nooit zoveel sociale contacten gehad. Mensen nodigen ons uit om het boek te komen brengen, mensen komen langs om het boek te halen en vaak gaat dat weer gepaard met een etentje. Al weken staat er vrijwel elke dag iets in mijn agenda, dat was toch al een paar jaar nauwelijks het geval. Al die sociale contacten, waar ik best van geniet, hebben één nadeel, en dat is dat ik nauwelijks aan fotograferen toekom.

Gisteren hadden we een eetafspraak met Grita en Crispin. Normaal gesproken wonen zij in het Engelse Sussex, een paar honderd meter van de zee in een huis dat stamt uit 1500 zoveel. Van alle vrienden die ik heb, wonen zij denk ik wel het mooist. Ze zijn in Nederland voor een familiebezoek.
Ik spreek over vrienden, maar kun je mensen die je meer dan 35 jaar niet hebt gezien wel vrienden noemen? Ja, dat kan. Makkelijk. Want 35 jaar betekenen niets voor een vriendschap. Als ze voor de deur staan, is het als vanouds.
Het contact dat we hebben, verloopt normaal gesproken via Facebook. Er wordt wat afgekankerd op het medium, maar het zorgt er wel voor dat ik nog een soort van sociaal contact hou met mensen die ik weinig kan zien. Ook Grita en Crispin kwamen om een boek op te halen. Crispin is een fanatiek fotograaf, Grita is in Engeland een gewaardeerd book designer. Altijd interessant om hun mening te horen.

De laatste keer dat ik Grita en Crispin in levende lijve zag, was in de jaren tachtig in Londen, waar ze een prachtig huis hadden waar Lies en ik logeerden. Bijzondere gebeurtenis die ik me herinner was een bezoek aan de Groucho Club. Normaal gesproken kom je daar als bezoeker echt niet binnen, zeker niet in die tijd. De Groucho Club is een private member club in Dean Street, Soho. We konden naar binnen omdat Crispin lid was. De leden van de club zijn voornamelijk afkomstig uit de media-, entertainment- en kunstwereld. Even lunchten wij in het hart van de Engelse cultuur. Ondanks dat hip Engeland er zat, dit het episch centrum van de moderne kunst was, ademde het de sfeer die de Engelse clubs al eeuwen hebben. Crispin wees ons de titanen uit die wereld aan. Ik geloof niet dat ik een van hun namen kende.

 

alle rechten voorbehouden © gerard tonen 2022