Dossiermoddergat.nl
gerardtonenblogt2023, maart
Camper
Vrijdag 31 maart, Cadouin
Volgende week gaan we voor twee weken naar Nederland. Het zal onze laatste tocht met de camper zijn, we hebben hem namelijk verkocht. De liefde tussen ons en de camper heeft niet lang geduurd, we hebben hem nu drie jaar. Gelukkig konden we hem tegen de aanschafwaarde weer verkopen.
Er zijn verschillende redenen waarom die liefde zo kort duurde. De belangrijkste reden heeft met ons karakter te maken, kwamen wij gaandeweg achter. Zoals de lezer van Dossiermoddergat wel weet, hebben wij enigszins een ongedurig karakter. Onrust is ons niet vreemd. Die ongedurigheid werd, zo bleek, iets te veel gestimuleerd door een camper. Zo’n ding is erg mobiel en wij hebben de neiging van die mobiliteit volop gebruik te maken. Onze onrust werd door het ding nogal versterkt. Ergens even staan, en dan gingen we weer.
De aankomende jaren willen we juist rust creëren in ons bestaan. Gelukkig hebben we Cadouin waar rust bovenmatig aanwezig is. Op vakanties, die veel langer zullen duren dan vroeger, willen we die rust creëren door het huren van huizen en appartementen voor langere tijd. Als het aan mij ligt gaan we een maand in Valencia of Mumbai wonen. Twee weken in Sauve en twee weken in Arles is ook niet te versmaden. We willen een basis hebben en van daaruit het land verder ontdekken.
Maar er is meer. Wat ons erg is gaan tegenstaan is het enorme leger camperaars dat door Europa zwerft, zelfs in de winter. Het is ongelooflijk welke luxe de Nederlander zich kan permitteren. Sommige campers hebben zelfs meer ruimte dan wij in ons huis in Cadouin. En daarachter bungelt dan nog een aanhangwagen voor de aardappelen en de uien. Of een aanhangwagen met een auto erop, een motor en/of een quad.
Het leger is zo groot dat er nauwelijks ruimte is op de plekken waar het leger bij elkaar hokt. Het gevolg is een soort witte getto’s. Camperaars beleven er veel lol in door in elkaars aura te gaan staan. Doe je ’s ochtend je deur open, kun je er bijna niet uit omdat er zo’n witte wand voorstaat. De plekken van dat samenhokken zijn meestal van een diepe treurigheid. Dan sta je daar samen op grote asfaltvlaktes. Het stond ons erg tegen als klassieke kampeerders die gewend zijn om in een tentje op de mooiste staatsbosbeheercampings te staan. Het oorspronkelijke romantische idee dat we bij een camper hadden werd slechts een paar keer werkelijkheid.
En natuurlijk is er ook een financiële reden. We rekenden uit dat we alleen al met de vaste lasten die zo’n camper jaarlijks kost ook een maand in Mumbai kunnen wonen. Daar komt bij dat het idee van een camper in ons hoofd kwam toen we Cadouin nog niet hadden. Nu we die luxe ook nog hebben, zullen we in de zomer niet veel gaan reizen, zoals we van plan waren. Waarom zouden we nog? De reizen die we nu gaan ondernemen vinden rond de winter plaats. En om nou in de winter in een kleine camper door Portugal of Turkije te rijden is toch wel lastig als je de buitenruimte door slecht weer er niet bij hebt. Niet voor niets kopen de meeste mensen zo’n bakbeest.
Het afscheid zal met enige weemoed plaatsvinden. Door onze reis in Spanje begonnen we best weer te twijfelen. Zelden zo genoten van het ding. Bovendien is een romantisch idee van ons niet uitgekomen, en dat doet toch altijd pijn.
De Blogger at work.
Bieslog
Woensdag 29 maart, Cadouin
Het overlijden van Wim de Bie houdt me nog steeds bezig. Door alle televisie fragmenten en YouTube filmpjes die ik de afgelopen dagen zag, verlang ik naar meer. Een tijd lang volgde ik het blog dat Wim maakte nadat Van Kooten en de Bie stopten. Het blog heet Bieslog. Op een gegeven moment vergat ik het gewoon te volgen en opeens was het zelfs van internet verdwenen. Gelukkig heeft de VPRO het een tijdje geleden weer online gezet, het hele archief. Het is een bron van vreugde.
Een van de eerste dingen die ik tegenkom is een gedicht van Billy Collins, een Amerikaanse dichter. Kees van Kooten heeft diverse gedichten van hem vertaald in de bundel Zo wordt u gelukkig. Wim de Bie zet op maandag 12 mei 2008 het gedicht Some Final Words van Collins op zijn blog, het is een van de laatste keren dat hij een blog publiceert. Het gedicht gaat zo.
Some final words
I cannot leave you without saying this:
the past is nothing,
a nonmemory, a phantom,
a soundproof closet in which Johann Strauss
is composing another waltz no one can hear.
It is a fabrication, best forgotten,
a wellspring of sorrow
that waters a field of bitter vegetation.
Leave it behind.
Take your head out of your hands
and arise from the couch of melancholy
where the window-light falls against your face
and the sun rides across the autumn sky,
steely behind the bare trees,
glorious as the high strains of violins.
But forget Strauss.
And forget his younger brother,
the poor bastard who was killed in a fall
from a podium while conducting a symphony.
Forget the past,
forget the stunned audience on its feet,
the absurdity of their formal clothes
in the face of sudden death,
forget their collective gasp,
the murmur and huddle over the body,
the creaking of the lowered curtain.
Forget Strauss
with that encore look in his eye
and his tiresome industry:
more than five hundred finished compositions!
He even wrote a polka for his mother.
That alone is enough to make me flee the past,
evacuate its temples,
and walk alone under the stars
down these dark paths strewn with acorns,
feeling nothing but the crisp October air,
the swing of my arms
and the rhythms of my stepping–
a man of the present who has forgotten
every composer, every great battle,
just me,
a thin reed blowing in the night.
Billy Collins
uit The Art of Drowning, 1995
Ik heb nog nooit iets in mijn leven vertaald, maar opeens kreeg ik zin het te vertalen. Hieronder staat mijn vertaling afgedrukt. Ze is zeker niet af, daarvoor had ik te weinig tijd. Ik laat het even liggen om er morgen verder mee te gaan. Mocht iemand zin hebben om me een beetje te helpen, suggesties zijn zeer welkom. Ik ben te bereiken via gerardtonen@gmail.com.
Wat laatste woorden
Ik kan je niet verlaten zonder het te zeggen:
het verleden is niets,
een hersenschim, een fantoom,
een geluidsdichte kast waarin Johann Strauss
opnieuw een wals componeert die niemand kan horen.
Het is een constructie, het best om het te vergeten
een bron van verdriet
die een veld met bittere vegetatie bewatert.
Laat het achter je.
Haal je hoofd uit je handen,
sta op van de canapé van melancholie
waar het licht door het raam op je gezicht schijnt
en de zon langs de herfsthemel koerst
hard als staal achter kale bomen,
glorieus als hoge tonen uit violen.
Maar vergeet Strauss.
En vergeet zijn jongere broer,
de arme klootzak die stierf door een val
van het podium waarop hij een symfonie dirigeert.
Vergeet het verleden,
het verbijsterde publiek dat meteen ging staan,
de absurditeit van hun gala kleding,
in het aangezicht van plotselinge dood,
vergeet hun collectieve snik,
het murmelen en samentrekken van het lichaam,
het ruizen van het doek dat valt.
Vergeet Strauss
met die encore-blik op zijn gezicht
en zijn vermoeide industrie:
meer dan vijfhonderd voltooide composities!
Hij schreef zelfs een polka voor zijn moeder.
Dat al is genoeg om het verleden te ontvluchten,
evacueer de tempels,
loop alleen onder de sterren
op deze donkere paden bezaaid met eikels,
voel de frisse oktoberlucht,
het zwaaien van mijn armen
en het ritme van mijn voetstappen…
een man van het nu, die elke componist,
elke grote veldslag is vergeten,
alleen ik,
een dun riet fluitend in de nacht.
Zegeningen
Dinsdag 28 maart, Cadouin
Een vriend vraagt: ‘En hoe is het om in zo’n onrustig land te wonen?’ Ik antwoord: ‘Geen idee. Hier in Cadouin is het zoals altijd buitengewoon rustig. In de Chemin de la Condamine, het weggetje waar wij aan wonen al helemaal. Per dag komen er twee auto’s langs, illegaal, want je mag als niet-bewoner helemaal niet op het weggetje rijden, een fietser en zes wandelaars. Eenzaamheid is ons welverdiende deel. Voor ons is er geen onrustige buitenwereld.’
Overigens reden wij vorige week van het Spaanse San Sebastian naar Cadouin. We hadden ons goed voorbereid, in Spanje de tank van de camper vol gegooid. Het was die dag een onrustige dag in Frankrijk, volgens de media. Wij reden 250 kilometer door Frankrijk en merkten helemaal niets. Zo gaat dat altijd met opstand en oorlog. Toen Jasper Grootveld met zijn provo’s rond ’t Lieverdje danste, zat 99,9% van de Nederlanders thuis naar Wie van de Drie te kijken.
Eén keer heb ik midden in een oorlog gezeten. De gevechten tussen de Singalese strijdkrachten en de Tamils waren op hun hoogtepunt. Lies en ik waren in Sri Lanka voor de adoptie van Anne en zaten in Colombo. Het thuisfront hield het niet meer uit van de spanning, ze vreesden voor ons leven. Wij zelf hebben van die oorlog helemaal niets gemerkt.
Een andere vriend vraagt later via WhatsApp: ‘Snap jij de protesten? Is het folklore of…?’
Ik probeerde in korte statements het fenomeen te duiden. Of het klopt? Ik ben maar een buitenstaander die kranten leest. A. Demonstraties die op het einde uit de hand lopen is hier een gewoonte. B. De Fransman heeft een enorme pest aan werken, en dat zit heel diep. Ik denk dat het leven in Frankrijk te mooi is. De familie is hier van groot belang. Samen uitgebreid eten en drinken wordt hier vele malen hoger aangeslagen dan werken. Bovendien: waarom zou je werken? Veel huizen zijn afbetaald, er is volop zon en warmte, het eten is verrukkelijk, waarom zou je dan de deur uitgaan? Ik begrijp dat wel. C. Frankrijk heeft 67,75 miljoen inwoners, 2,5 miljoen daarvan gaan daadwerkelijk de straat op. Dat wil zeggen dat 65,25 miljoen mensen gewoon naar Wie van de Drie zit te kijken. Een meerderheid geeft weliswaar aan achter de protesten te staan, maar een enquêteformulier is snel ingevuld. Trouwens, leuk weetje. In Nederland is 16% van de mensen lid van een vakbond, hier in Frankrijk 8%. Maar die 8% maakt net iets meer herrie dan die keurige Nederlandse 16%. D. De Fransen zijn niet gewend dat een politicus zich niet laat intimideren. Dus het is gewoon ff schrikken voor de Fransen, moeten ze even doorheen. E. Ideologie bestaat hier nog. Hier lopen nog Trotskisten en anarchisten rond, kom daar eens om in Nederland.
Waarop mijn vriend antwoordt: ‘Mmm.Trotskisten en anarchisten. Dan moet je idd wel veel vrije tijd hebben. Zijn tijdrovende hobbies al dat demonstreren en winkelpuien trashen. Wij doen dat hier toch efficiënter. Zo hebben we in Nederland de BBB. Daar ga je op stemmen, wat ook tamelijk ontwrichtend werkt, en daarna ga je weer met een zak chips naar Wie is de Mol kijken.’
Ik app hem terug: ‘Tel je zegeningen.’
Mogarraz
Maandag 27 maart, Cadouin
In de tijd dat Matthijs nog leefde hadden Wyb en ik altijd een reisadviseur die virtueel met ons meereisde. Hij stippelde reizen voor ons uit en voordat we in een stad arriveerden had hij al uitgezocht wat de moeite waard was om te bezoeken. Eerlijk gezegd volgden we zijn adviezen meer niet dat wel op. Want evenals Matthijs vindt Wyb het heerlijk om al voor een reis uitgebreid te bestuderen waar we heen gaan en wat de moeite waard is om te bezoeken. Matthijs maakte het niet uit, hij had de lol van het virtueel meereizen.
Op onze reis door Spanje hadden we opnieuw een virtuele reisadviseur. Henk Kuiper heeft Spaans gestudeerd, maakte met Ditta diverse reizen door Spanje met zijn camper en is bovenal iemand die alles wil weten en dat vervolgens nooit meer vergeet. Ik zelf ben een luie reiziger, mijn taak bestaat er vooral uit Wyb te volgen. Maar zelfs Wyb was onder de indruk van de tips die Henk gaf.
Henk vond het prachtig dat wij niet via de costa’s reisden, maar kozen voor het oostelijk deel van Spanje, een streek die Wyb en ik volstrekt niet kenden. Al snel hadden we door dat de adviezen van Henk erg de moeite waard waren, door hem kwamen we in plaatsjes en streken die we zonder hem niet hadden ontdekt.
Een van de meest fascinerende dorpjes waar wij door Henk kwamen was Mogarraz. Het kleine dorp deed me erg denken aan Saint-Laurent-le-Minier in de Cevennen. Ook daar zagen we, maar veel primitiever, wat we in Mogarraz zagen. Laat ik Henk zelf aan het woord laten om het dorp te beschrijven. Hij schreef in een reisblog ooit:
‘Florencio Maillo is nog maar vijf als hij iets unieks meemaakt. Het is op een frisse dag in de herfst van 1967 als alle volwassenen in Mogarraz, een bergdorp in de Sierra de Francia, worden gefotografeerd. Order van dictator Franco die eist dat iedere Spanjaard een identiteitsbewijs krijgt. Ongetwijfeld om zijn meedogenloze sociale onderdrukking en controle van het Spaanse volk kracht bij te zetten. Vandaar dat iedereen op de pasfoto moet. Vijftig jaar later keert Florencio terug naar zijn geboortedorp. Om alle 388 pasfoto’s na te schilderen. Op ijzeren platen, met eeuwenoude verfstoffen en een laagje bijenwas ter bescherming. De portretten worden opgehangen aan de gevel waar de geportretteerde woonde. Wanneer ik door Mogarraz wandel is het er vrijwel uitgestorven. Maar ik voel me voortdurend bespied. Bekeken door de portretten aan de muur. Gereserveerd, behoedzaam en soms met een zeker wantrouwen. Stille getuigen uit vervlogen tijden.’
Een dorp als museum. Op vrijwel elk huis hangen portretten, een kunstproject naar mijn hart. Uit een van de eerste huizen die we zien, komt een oude vrouw de deur uit om boodschappen te doen. Ze ziet dat ik een foto maak van haar huis. Dan wijst ze naar boven, naar een portret van een jongen vrouw. Ze maakt ons duidelijk dat zij het is die is geportretteerd en nog steeds in hetzelfde huis woont. Voor me zie ik de verstrijkende tijd in beeld.
PS Vandaag overleed Wim de Bie. Benne schrijft me: ‘Eerste hebben we afscheid moeten nemen van onze ouders, nu moeten we afscheid nemen van onze helden.’ Het laat me niet onberoerd, wat heb ik van die man genoten.
Yvonne Jaspers
Zondag 26 maart, Cadouin
Waar is Yvonne Jaspers?
Het is een vraag die ik me de laatste jaren regelmatig stelde. Ze was nog nooit te zien op het Malieveld, wat toch vreemd is. Stel dat ze er wel had gestaan? De boeren waren in katzwijm gevallen. Het had de manifestatie de glans gegeven die nu ontbrak. Wat zou het fantastisch zijn als Yvonne Jaspers op het podium had gestaan in plaats van die Baudet of Wilders. Maar ze stond er niet.
Waarom hebben we Yvonne niet gezien in de campagne voor BBB? Ik weet zeker dat mevrouw van der Plas haar heeft gebeld met de vraag of ze op de lijst zou willen komen. Ik vermoed dat ze Yvonne zelfs de lijsttrekkerspositie heeft aangeboden, daar is Caroline slim genoeg voor als voormalig vlees lobbyiste. Stel dat Yvonne wel op die lijst had gestaan, desnoods als lijstduwer. Ik weet zeker dat het resultaat van BBB nog veel beter was geweest. Het CDA zou zijn vernietigd, de VVD gehalveerd. Maar ze stond niet op die lijst.
Ik denk wel dat ik nu weet waarom ze onzichtbaar is. Veel mensen weten het niet, maar Yvonne Jaspers is de schnabbelkoningin van Hilversum. Yvonne werkt met hart en ziel voor de boeren, zeker als er iets te verdienen valt. Zo heeft ze een warme verdienrelatie met veevoedermultinational ForFarmers. De huidige directeur is Theo Spierings, ik weet niet of Yvonne hem al goed kent, want hij zit er pas sinds dit jaar. De voormalige directeur was Yoram Knoop.
Mijn theorie is dat Yvonne Yoram belde toen de eerste boerenprotesten begonnen. ‘Ha Yoram, met Yvonne, die boeren zijn goed bezig zeg. Kan ik iets voor jullie betekenen in die protesten? Weet dat ik altijd tot jullie beschikking sta.’ ‘Ha Yvonne, natuurlijk weten we dat. We hebben zelfs als allereerste aan jou gedacht. Maar eigenlijk hebben we met de directeuren van de andere agrarische bedrijven afgesproken dat jij vooral niets moet doen, dat je weg moet blijven van de protesten. Jij moet blijven doen wat je altijd hebt gedaan: programma’s maken waarin het net lijkt alsof boeren nog steeds een romantische bezigheid is. Dat werkt perfect voor de branche, daarin ben je onbetaalbaar, dat weet je.’
‘En zou ik ook geen rol kunnen spelen in die nieuwe politieke partij die jullie hebben opgericht?’ ‘Je bedoelt de BBB? Nee hoor, daar hebben we al een andere sympathieke dame voor gevonden, ene Caroline, werkt volgens mij uitstekend. Ze heeft diezelfde sympathieke uitstraling als jij, maar dan anders. Nee, gewoon blijven doen wat je altijd doet, Yvonne, dat werkt zo goed. Maar weet je, laten we afspreken dat ik je een keer in de maand bel voor een update. Hou ik je in ieder geval op de hoogte.”
En zo kan ik dus de vraag beantwoorden waar Yvonne Jaspers is. Ze zit gewoon thuis en soms loopt ze met een paar vrouwen over een boerenerf op zoek naar een boer. En een keer in de maand belt Theo Spierings tegenwoordig, hij heeft het standpunt van Yoram Knoop van harte overgenomen.
Afkicken
Zaterdag 25 maart, Cadouin
Ik doe iets fout, ben ik zojuist achtergekomen. Dat heeft met mijn hobby te maken. Als iemand vraagt wat mijn hobby’s zijn, dan zeg ik: wandelen, lezen, eten, schrijven, fotografie. Maar de hobby waar ik de meeste tijd in steek vergeet ik altijd. Dat komt omdat ik het nauwelijks als hobby zie, het hoort zo bij mijn leven, ik beschouw het meer als levensnoodzaak, wat echt onzin is. Mijn allerbelangrijkste hobby is het lezen van kranten als ik er goed over nadenk. Of misschien, iets uitgebreider geformuleerd, het volgen van het nieuws.
Nee, ik hou het bij het lezen van kranten. Als ik moest kiezen tussen het lezen van kranten of het kijken naar televisie, dan hoef ik niet na te denken. Ik kies meteen voor het lezen van kranten. Een krant is namelijk meer dan nieuws. Ik volg de columnisten, ik lees veel recensies en de achtergrondartikelen, op televisie moet je dat allemaal ontberen. Daar komt bij dat ik liever lees dan kijk. Als ik lees daalt de inhoud veel beter bij me in, merk ik.
Ik begon dit blog met de woorden: Ik doe iets fout. Ik denk dat het om twee fouten gaat. De eerste fout is dat mijn hobby een beetje uit de hand is gelopen. Ik besteed veel te veel tijd aan het lezen van kranten. Wij zijn geabonneerd op drie kranten: de Volkskrant, NRC en het Nieuwsblad van het Noorden. De eerste twee kranten lees ik intensief. Dat Nv/hN hangt er maar wat bij. Ik sla weliswaar veel over, maar ook heel veel niet, en dat gaat echt ten koste van dingen die ik eigenlijk belangrijker vind, zoals met mijn fotografie, een boek af maken of frans leren.
Wyb en ik leven in een fantastische bubbel. Hele dagen liggen maagdelijk voor ons, wij kunnen doen wat we willen, het is een ongekende luxe voor mensen die vaak vijf of zes afspraken per dag hadden. Ik had altijd een hekel aan van die gepensioneerden die zeiden dat ze het na hun pensionering zo druk hadden. Ze renden van bestuur naar bestuur, van adviesfunctie naar adviesfunctie. Om dat te voorkomen besloot ik na mijn pensionering helemaal niets te doen. Ik nam de tijd die ik mijn schoot kreeg geworpen helemaal voor mijzelf.
Maar wat moet ik nu concluderen: ik heb het nog nooit zo druk gehad. Mijn dagen zijn volledig gevuld en veel blijft liggen. Ik ben dus zelf zo’n brallerige boomer geworden die na zijn pensionering zegt dat hij het zo druk, druk, druk heeft. Goed beschouwd komt dat door een groot deel door die verrekte kranten die ik niet kan laten liggen. Ik neem mij voor om af te kicken van die kranten. Dan maar geen Martin Somer, Peter de Waard en Youp van ’t Hek. Marcel van Roosmalen blijf ik wel altijd lezen.
De tweede fout heeft met terugkijken te maken. Ik heb nu echt zo’n leeftijd om terug te kijken. En mijn conclusie is dat ik in dit leven een foute beroepskeuze heb gemaakt. Het is jammer dat ik in het theater terecht ben gekomen. Ik had gewoon journalist moet worden.
Lentekriebels
Vrijdag 24 maart, Cadouin
Ik ben gek op lentekriebels. Mooi woord, lentekriebels. Het is de titel van een lespakket voor basisscholen over seksualiteit. Het schijnt al jaren te bestaan en 43% van de scholen doet eraan mee. Dit jaar is er enorme ophef over. De bron van de ophef: donkerbruin Nederland. Kamerlid Baudet twitterde dat kinderen op de Nederlandse scholen nu al leren wat pijpen is en anale sex. Het kamerlid bombardeert ons het liefst met een Russische raket meteen terug naar de jaren vijftig. Niets van wat hij zei klopte, en dat heeft hij vermoedelijk geleerd van de man die hij zo bewondert, Vladimir Poetin. Het resultaat is wel dat Twitter Nederland op zijn kop staat en er vragen aan de minister zijn gesteld.
De claim van donkerbruin Nederland is dat kinderen sowieso te jong zijn om seksuele voorlichting te krijgen, ‘ze zijn er gewoon nog niet aan toe’. Gelukkig ben ik zelf een ervaringsdeskundige op dit gebied. Ik kan hierbij verzekeren dat kinderen al op zeer jonge leeftijd weten dat er dingen rond ons lichaam zijn waar volwassenen mysterieus over doen, maar die erg fascinerend zijn. Al jonge leeftijd leerde ik het genoegen van het vadertje en moedertje spelen. Ook ziekenhuisje spelen vond ik erg fijn. Graag was ik dan de dokter om de patiënt uitgebreid te onderzoeken. Ik wist nog van niets, maar wat een spanning om ermee bezig te zijn.
Over seksuele voorlichting heb ik niets te klagen. Ik zal zes, zeven zijn geweest toen mijn moeder alle geheimen openbaarde. Ik hield hamsters en zo nu en dan kwam er zelfs een nestje. De kleine hamstertjes verkocht ik dan later aan de dierenwinkel. Op een avond liet ik twee hamsters op onze salontafel lopen. Zij wisten ook waar Abraham de mosterd haalt want midden op de salontafel begonnen zij de liefde te bedrijven. Ik was er blij om, want vermoedelijk betekende dit een nieuw nestje baby hamstertjes.
Ha, dacht mijn moeder. Dit is het moment. ‘Gerard, jij weet wel wat ze nu aan het doen zijn, hè?’ ‘Zeker. Ze zijn nu kindjes aan het maken.’ ‘Heb je er wel eens over nagedacht hoe er kindjes bij de mensen komen?’ Dat was een verdomd goede vraag van mijn moeder. Nee, daar had ik eerlijk gezegd geen idee van. ‘Nou, eigenlijk gaat het bij mensen hetzelfde als bij hamsters.’ En mijn moeder openbaarde die avond hoe dat bij mensen ging. Ik weet nog dat ik het stom van mijzelf vond dat ik de link tussen hamsters en mensen nooit zelf had gelegd. ‘En hebben jullie dat ook gedaan voordat ik geboren werd?’ ‘Natuurlijk, anders had jij niet geboren kunnen worden.’ Daar geloofde ik dan vervolgens niets van, want ik kon me niet voorstellen dat mijn vader en moeder dat met elkaar deden.
Mijn moeder opende een wereld voor me. En wat heb ik ongelooflijk van die wereld genoten. Ik hoop zo dat Baudet met zijn vijftigerjarentengeltjes van het onderwerp afblijft. Je kunt niet vroeg genoeg op de hoogte zijn van dit wonder der mensheid.
Patiënten
Donderdag 23 maart, Cadouin
Gisteren schreef ik een blog waar Spanje buitengewoon goed vanaf kwam. Terecht, want Wyb en ik zijn best gecharmeerd van het land. Neem al die prachtige dorpjes en stadjes met hun witte huizen en kronkelende straatjes. Ik liep er vaak hoofdschuddend doorheen, verbaasd dat de stadjes hier zo wonderschoon zijn en dat we in Nederland zitten opgescheept met van die lelijke steden en alles overwoekerende industrieterreinen. Wat doen we ons in Nederland toch veel te kort, alles ten behoeven van Het Geld. Even wat rustiger aan, even meer aandacht voor schoonheid en we zouden een veel leuker leven hebben. Maar ja, alles moet groter, de auto, het huis, de garderobe, de bladblazer, de sauna, de tractor en ga zomaar door.
Laat ik eerlijk zijn. Niet alles is rozengeur en maneschijn in Spanje. Zo raad ik mensen met een hond aan er goed over na te denken naar Spanje te gaan. In Frankrijk en Nederland mogen we Dies echt in elk restaurant en café mee naar binnen nemen. In Spanje is dat uit den boze. In Spanje heerst een streng apartheidssysteem, zo zijn horeca etablissementen, bussen en treinen een no go area voor honden.
Hoe dat komt is duidelijk: de Spanjaard begrijpt niets van een hond. Er zijn in het land verschrikkelijk veel honden, maar ze lijden een hondenbestaan. Een groot deel van de honden ligt aan kettingen, een nog groter deel komt nooit het erf af, socialisatie heeft nooit plaatsgevonden. Het resultaat: de Spaanse honden zijn psychiatrische patiënten.
Wyb en ik stonden in de buurt van Malaga, ietwat in het binnenland, op een kleine sympathieke camping. Op een dag maakten we een wandeling door het pittoreske landschap. Maar de wandeling was verre van pittoresk. We wandelden over smalle paden en weggetjes, langs huizen die je zo zou willen kopen. Maar de hele wandeling door werden we geteisterd door waanzinnig geblaf van honden. We waren het ene huis nog niet voorbij of we kwamen in de buurt van een ander: en altijd was er weer dat waanzinnig geblaf. Wat we zagen was stuitend. Honden aan kettingen, schuurtjes waar soms tien honden in zaten opgesloten. Dies liep er superieur langs, blij dat hij mensen had getroffen die weten dat honden persoonlijkheden zijn die tot bloei komen als ze met liefde en respect worden behandeld.
De Nederlandse eigenaresse van de camping wist ons bij terugkomst te vertellen dat veel honden de hele week alleen zijn. Ze zijn er louter tot afschrikking van eventuele indringers. Wie een huis wederrechtelijk binnengaat, is er bijna niet meer uit te krijgen. De huiseigenaar doet er daarom alles aan om vreemden uit zijn eigendom. De oplossing is dan om een paar psychiatrische patiënten in je tuin los te laten lopen. Arme honden. Wel begrijpelijk dat dit soort exemplaren niet met het openbaar vervoer mee mogen.
Gehaktbal
Woensdag 22 maart, Cadouin
Ja. We zijn weer thuis. Een maand lang hebben we met onze camper door Spanje gereisd. Onze reis begon in Frankrijk met een kapotte kraan waardoor we een middag in een garage zaten. Nadat we eindelijk konden afreizen, deden we dat in zware regenbuien die vervolgens overgingen in sneeuwbuien. De eerste Spaanse landschappen die we zagen waren wit, langs de weg grote sneeuwschuivers om de weg begaanbaar te houden. Degene die nu leedvermaak voelt moet ik teleurstellen. Want in de buurt van Toledo begon de zon al onbeschaamd te schijnen. Februari en het was lente. En eigenlijk is dat zo gebleven. Een dagje regen zo nu en dan uitgezonderd, een kniesoor die er op let.
Wij kwamen in 2021 in november terug in Nederland na onze Franse avontuur. In de maanden daarna bleef er een dik wolkendek boven het land hangen, vaak viel er regen uit. Wyb en ik zeiden toen al tegen elkaar dat we dit niet vaak meer wilden meemaken, wat een deprimerend ellende. Door onze reis in Spanje weten we dat we dat nooit meer willen meemaken. Die kans is al gereduceerd doordat we nu in Frankrijk wonen, maar het Spaanse licht is helemaal prachtig. We nemen ons daarom voor om in de winter een paar maanden neer te strijken in streken met garantie op zon.
Ik moet toegeven dat ons verblijf in Spanje iets vervreemdens had. Wij op een terras in Sevilla of Salamanca en ondertussen wordt Nederland in het pak genaaid door de agrarische industrie. Dan voel je je toch meer een observator dan een participant. Het land door elkaar geschud. Het meest illustratief vond ik de straatinterviews tijdens verkiezingstijd, daar valt echt het meest van te leren. De domheid, de onkunde, het totaal gebrek aan kennis hoe onze democratie is bedoeld, de overwinning van BBB zag je van mijlenver aankomen. Eindelijk eens gerealiseerd door een politicus die niet zeven, acht of negen vinkjes heeft en is gepolijst door een universitaire studie. Nee, hier zagen ze een gewone vrouw aan het werk. Goede casting van die agrarische industrie. Ze ging erin als koek, of beter, om in haar leefwereld te blijven, een lekkere gehaktbal.
Niet alleen de zon was een genot op dat terras, ook de koffie. Jezus, wat zetten ze daar in Spanje goede koffie. Wat een verschil met Frankrijk waar je nooit weet wat voor een koffie je krijgt voorgeschoteld. In Frankrijk bestaat gewoon geen consensus over wat bijvoorbeeld een café crème is. Met die vraag kun je alles voorgeschoteld krijgen, het enige gemeenschappelijke is dat het hoogstwaarschijnlijk niet te drinken is. De Fransen noemen hun koffie niet voor niets Jus de Chaussettes, jus van sokken dus, beter vertaald: slootwater. In Spanje komt niemand op dat idee.
alle rechten voorbehouden © gerard tonen 2023