Dossiermoddergat.nl

gerardtonenblogt

2025, april/mei/juni

Koppeling 2

Donderdag 3 april, Delft

 

Eergisteren had ik een liefdevol blog willen schrijven over ons huis in Cadouin. Hoe het is om er na een paar maanden weer terug te komen. Toen wij er permanent woonden noemde ik het in een taoïstische bui vaak een klooster. Als je er langer woont, slijt dat gevoel, wordt alles weer gewoon. Maar nu we er weer waren, leefde dat heerlijke gevoel van afgesneden zijn, afstand tot de wereld hebben, weer op. Wat heeft een mens nog meer nodig dan bossen en dagen die tot niets leiden?

De intenties voor dat blog werden wreed verstoord door malaise met onze Volvo. Opeens zaten we zonder auto. En red je je dan maar eens in de Dordogne. Onze auto stond zo’n dertien kilometer van ons huis te weigeren, zie dan maar eens thuis te komen op het platteland van Frankrijk. Er is totaal geen openbaar vervoer, de afstanden zijn groot, zonder auto kun je in de Dordogne niet overleven. Er moest een taxi uit Sarlat komen, dertig kilometer verderop, om Wyb vanuit Le Bugue naar huis te brengen.

Niks klooster. Zonder auto waren we opeens opgesloten in ons eigen huis. Niks romantische praatjes. Als je geen goede buurvrouw hebt of Franse Nichten in de buurt, kun je verhongeren in je eigen huis. De dichtstbijzijnde supermarkt is vijftien kilometer van ons huis. Er was opeens een nieuwe werkelijkheid.

Het lukte de ANWB niet om binnen een straal van tweehonderd kilometer van Cadouin een internationale leenauto te regelen. Zelf gingen we er ook nog achteraan: we zaten opgesloten terwijl Wyb op donderdag toch echt in Den Haag moest zijn voor een belangrijke afspraak.

We verbraken de impasse na lang wachten op de ANWB door te besluiten met de trein terug naar Nederland te gaan. Ik dacht dat dit onmogelijk was, een heidens karwei, maar wat blijkt. Het duurt even lang om met de trein in Delft te komen als met de auto. En het is ook nog eens een stuk relaxter. Om half twaalf stapten we in Le Buisson (ons hoofddorp) op de trein. Twaalf uur later deden we onze voordeur in Delft open.

Het duurde twee uur om van Le Buisson in Bordeaux (150 km) te komen, maar het duurde ook twee uur om van Bordeaux in Parijs (600 km) te komen. Twee uur, ongelooflijk. Met de auto doen we er vijf tot zes uur over om van de Dordogne in Parijs te komen. Leve de TGV!
Enige lastigheidje is dat je in Parijs van Gare Montparnasse naar Gare du Nord moet zien te komen. Omdat we met Dies waren, en hij de pest heeft aan roltrappen, namen we de taxi, maar met de metro kan dus ook. Vanaf Gare du Nord kun je in één ruk naar Rotterdam treinen.

Nou moet ik de boel niet te rooskleurig voorstellen, want de prijs is niet mals. Per persoon kostte dit reisje ons €225. Het zou ons dus €900 kosten om heen en weer te reizen van Delft naar Le Buisson en dan zitten we daar ook nog eens zonder auto, wat dus onmogelijk is.
Ander puntje. In Parijs hadden we vertraging van een uur. De trein stond er wel, maar de massa moest ervoor staan wachten.
Het meest pikante puntje is ook nog dat we tijdens de treinreis richting Bordeaux zijn beroofd. Nou ja, beroofd. Ja, beroofd. Maar daar gaat het blog morgen over (als dat lukt).

Echt minpuntje van de reis was wel dat Dies voor het eerst in zijn leven een muilkorf op moest. Voor reizen in de TGV is dat namelijk verplicht. Het gevolg was dat Wyb, ik paste op de bagage, in Bordeaux op zoek moest naar zo’n ding. Tot ongenoegen van Dies liepen we met muilkorf door de controle. We deden dat ding in de trein af en niemand die er iets van zei. Ook de conducteur niet.

Koppeling 1

Dinsdag 1 april, Cadouin

 

Zelden in zo’n beroerde situatie een blog geschreven. Een schets van de situatie: Wyb en ik deden boodschappen in Le Bugue. Op de terugweg, vlak na Le Bugue, merkten we dat de koppeling geen connectie meer had met de versnellingsbak. Ik kon de auto nog net op een zijweggetje zetten.

Wyb en ik stappen uit en kijken naar dat grote apparaat dat niet meer wil bewegen. Opeens wordt een auto een heel dom ding. We vinden zowaar veiligheidshesjes in de auto—wie had dat nou gedacht? We bellen de ANWB, waarvan we nog maar twee weken lid zijn, en ze beloven zo snel mogelijk assistentie te sturen.

Ondertussen maken wij ons zorgen over Dies, die thuis zit opgesloten. Na twee uur wachten stopt een auto bij ons. Een Frans echtpaar stapt uit en vraagt of ze iets voor ons kunnen betekenen. En moet je je voorstellen: dat is niet de eerste auto die stopt. Kom in de problemen, en de Fransen zijn er om je te helpen. Geen kwaad woord meer over die Fransen.

Wyb en ik hebben inmiddels besproken dat ik beter naar huis kan gaan om Dies te bevrijden. Zij blijft dan bij de auto om in haar goede Frans de assistentie te woord staan. Ik vraag het echtpaar welke kant ze opgaan. ‘Le Buisson,’ is het antwoord, en dat komt mij heel goed uit, want Cadouin ligt daar nog maar vier kilometer vandaan.

Ik vraag of ik mee kan rijden, want dan ben ik al aardig op weg. Geen punt—mevrouw stapt meteen uit en gaat achterin zitten om plaats voor mij te maken. Ik neem een deel van de boodschappen mee, en het vriendelijke echtpaar zet mij niet in Le Buisson af, zodat ik verder kan liften, maar brengt mij allerliefst helemaal naar Cadouin. Ik betuig mijn grote dank.

Voordat ik meeging, gaf ik mijn mobiel aan Wyb, omdat haar mobiel bijna leeg was. Ze moest toch contact houden met de ANWB. Tot overmaat van ramp blijkt, als ik thuis ben, dat mijn bril in mijn jas zit—en die ligt nog in de auto. Als visueel gehandicapte ben ik niets zonder bril. Ik kan het appverkeer dat ik met Wyb zou voeren via mijn computer hierdoor niet eens lezen. Gelukkig zie ik even later op het aanrecht de bril van Wyb liggen. Gered!

De pech ontstond rond half twaalf. Nu is het kwart voor vier, en de ANWB is nog steeds niet verschenen. Het blijkt dat ze twee keer iemand naar een plek in Tours hebben gestuurd—vijfhonderd kilometer van ons vandaan. Kostbare uren zijn verloren gegaan. En Wyb staat daar maar langs de kant van de weg te wachten.

Het grote probleem is dat we morgen terug naar Nederland zouden rijden. Overmorgen moet Wyb weer werken. We vrezen dat de auto morgen niet klaar zal zijn. De vraag is of we vervangend vervoer kunnen krijgen. En anders? Geen idee. Wachten tot onze wagen is gerepareerd?

De telefoon van Wyb is inmiddels inderdaad uitgevallen. Ik zit voortdurend achter mijn computer om nieuwe app-berichten van Wyb te kunnen beantwoorden. Laatste bericht: nog steeds geen ANWB gezien.

Of eigenlijk is dit nu al achterhaald, want Wyb laat mij zojuist weten dat een wagen onderweg is om de auto weg te takelen en dat er twee agenten zijn gearriveerd die het verkeer rond de auto regelen. Ik ben benieuwd wanneer en hoe wij Frankrijk kunnen verlaten. We hadden gewoon in Drenthe moeten blijven wonen.

alle rechten voorbehouden © gerard tonen 2025