Dossiermoddergat.nl

gerardtonenblogt

2018, juli

Dinsdag 31 juli, Die, Frankrijk

Wyb en ik zijn een dag naar Die om wat Clarette de Die te scoren. Omdat het voor de zoveelste dag niet te harden warm is, zoeken we al snel een café op. We hebben vocht nodig, heel veel vocht. Als we daar zitten komt er opeens een hond naar binnen die aan de voeten van Wyb gaat liggen. Hij laat zich uitgebreid aaien. Als je een paar dagen geen hond hebt geaaid, neemt die behoefte enorm toe.
We denken dat de hond bij het café hoort. Fout. Opeens staat de hond op en rent naar buiten en vleit zich aan de voeten van een man die tegenover het café op de grond zit. Even later komen er meer mensen bij hem zitten. Onder hen iemand met nog een hond. In zijn hand houdt hij een deken. Even later blijken daar twee puppies in te zitten: één dag oud. We bewonderen de puppies. De hond die bij ons het café binnen kwam lopen, blijkt de vader van de pups te zijn. De moeder ziet er prachtig uit.
Het onvermijdelijke gebeurt. Wyb en ik beslissen in één seconde dat we wel een van die pups zouden willen hebben. Goed dat het frans van Wyb zo goed is. Na wat heen en weer praten, blijkt de zwarte pup al vergeven. De bruine is nog vrij en we spreken af dat we hem over acht à negen weken komen halen. We wisselen telefoonnumers uit. De man zegt geen geld te willen hebben, maar we geven hem toch 50 euro en een glas bier. Voor de hond kopen we een zak eten. Misschien zijn we een hond rijker. Alles hangt af van de betrouwbaarheid van de baas van de hond. We schatten hem in als zwerver, later horen we dat hij op een vrachtwagen rijdt en vandaag vrij is. Het is zaak Gijs alvast voor te bereiden, die zal woedend zijn.

Maandag 30 juli, Bourdeaux, Frankrijk

Franse muren.

Zondag 29 juli, Bourdeaux, Frankrijk

Gelukkig zijn er overal poezen.

Zaterdag 28 juli, Maurs, Frankrijk

Dan is er eindelijk de bootrace. Hele families hebben de meest prachtige vaartuigen geconstrueerd. Wij hebben gekozen voor een simpel, zelfs ietwat onooglijk speedbootmodel. Boven vier van de veertig deelnemers. De spanning is om te snijden. Tweede van rechts is Joris met onze boot.
Op de middelste foto wordt mijn leesbeek wreed verstoord door een meute mensen die gespannen afwacht welke boot als eerste over de finish gaat.
Ons speedbootmodel blijkt supersnel te zijn en levert ons de tweede prijs op. Euforie. Op de onderste foto staat Malu met de boot te pronken. Rechts van haar Lotte en links Guus, gezworen vrienden voor een week.

Vrijdag 27 juli, Maurs, Frankrijk

Als je de natuur in gaat, moet je op alles voorbereid zijn. Zie boven cadeau van opa aan kleinzoon. Als ik in Amerika zou wonen, zou het geweer vermoedelijk niet van plastic zijn maar echt schiettuig.
Eenmaal op de plaats van bestemming spelen we onschuldige spelletjes als mens-erger-je-niet.

Donderdag 26 juli, Maurs, Frankrijk

Als het winter is, en ik denk aan vakantie, dan stel ik me dit altijd voor. Dit is voor mij het ultieme vakantiebeeld. Ik op een stoel in een verkoelende beek. Voeten in het water, eindeloos lezen. De vlaggetjes die er hangen vormen de eindstreep van een botenwedstrijd die over enkele dagen plaatsvindt. Ze verhogen in dit beeld het geluksgevoel.

Maandag 25 juli, Maurs, Frankrijk

Maandag 23 juli, Maurs, Frankrijk

Zondag 22 juli, Maurs, Frankrijk

What’s on a man’s mind? Zelfs als ik alleen door het bos loop is Freud nooit ver weg.

Zaterdag 21 juli, Maurs, Frankrijk

Wandelen met 35 graden is geen sinecure. Maar we laten ons niet weerhouden, gewoon wat vroeger weg.

Vrijdag 20 juli, Maurs, Frankrijk

Kijk, hiervoor zijn we helemaal naar Maurs in de regio Cantal in Frankrijk gereden: dammen bouwen. Joris en ik zijn niet voor niets Nederlanders. Het watermanagement zit ons in het bloed.

Donderdag 19 juli, New York/Lhee

Op 1e Avenue in New York komen we een straatkunstenaar tegen die zich gespecialiseerd heeft in het verfraaien van stoplichten en lantaarnpalen. Hij bekleedt ze met thuis gemaakt mozaïek, zorgvuldig plakt hij ze tegen het publieke straatmeubilair. Het is hard werken want er zijn in New York nogal wat publieke palen. Gelukkig heeft hij assistentie van een bewonderende fan. In de wijk waarin hij actief is, kwam ik diverse werken van hem tegen.

Woensdag 18 juli, Lhee

Gisteren zat ik achter mijn computer, de tuindeuren wijd open. Opeens hoor ik iemand in de tuin zeggen: ‘Is daar iemand.’ Niet ongebruikelijk want regelmatig vraagt iemand een fietspomp of wil iemand een foto maken van onze zeer authentieke en pittoreske boerenschuur.
Ik loop naar buiten en zie Henk en Ditta staan. Henk heeft dezelfde meandering meegemaakt als ik, soms zaten we samen op een plek: Leeuwarden, Enschede, Groningen. Ze staan op een natuurcamping hier dichtbij en ze hebben ons huis kunnen vinden door naar Google Street View te kijken nadat ze ooit een foto op Dossiermoddergat hebben gezien. Knap speurwerk. Het levert in ieder geval een paar uurtjes ophalen van herinneringen op.
Vandaag lees ik op Facebook dat Ditta jarig is. Ik feliciteer haar en schrijf haar dat het jammer is dat ze niet tegen me heeft gezegd dat ze jarig is. Ik zou zeker voor slingers, koffie en taart hebben gezorgd. Ditta schrijft terug dat dit alsnog kan gebeuren. Slingers hoeft niet want die heeft een vriend al voor haar opgehangen. Een half uur later vieren we in onze tuin opeens een verjaardag, compleet met hiep, hiep, hoera en taart.
Binnen ziet Henk onder een tafeltje de beleidsnota van De Lawei in Drachten liggen. Ja, Wyb en ik blijven van alles op de hoogte. Hij vindt het zo grappig dat hij een foto maakt voor Stef, de directeur van De Lawei. Om ons nog meer te positioneren leg ik het blad Theatermaker erbij, een programmaboekje van Het Pauperparadijs en de seizoensbrochure van Ogterop. Je moet aan je eigen beeldvorming werken, er is niemand anders die dat doet.

Dinsdag 17 juli, Lhee

Door heel Nederland zijn tientallen ambtenaren op zoek naar eiken waar de processierups in zit. Als ze zo’n eik vinden, binden ze er een plastic lint omheen, zie de foto.
Op het Dwingelderveld en langs de wegen in Lhee en Dwingeloo zijn veel bomen met deze waarschuwing. Ik vraag me echter steeds meer af: waarom? Er zijn veel bomen met dit lint die ik wel moet passeren, ondanks de waarschuwing. Als ik ze zou mijden, kom ik niet thuis. Dus ik ga er gewoon langs. Inmiddels let ik eigenlijk niet meer op deze waarschuwingen want er is mij nog nooit iets overkomen. Ik ben nog nooit besprongen door die processierups, heb er nooit ongemak van ondervonden. Maar waarom delen we dan dit plastic uit? En wat betekent dat ‘pas op’? Waar moet ik voor oppassen en hoe? Door aanraking van die rupsen schijn je jeuk te krijgen. Nou? En? Moet je daarvoor zoveel ambtenaren op pad sturen?
Ik krijg steeds meer de indruk dat ooit een gemeente met dat plastic is begonnen en dat andere gemeentes gewoon zijn gevolgd. Een automatisme, zeg maar. Een milde vorm van massahysterie?
Ik ben eens op gaan letten en verdomd: in al die bomen waar dit lint omheen zit, heb ik nog nooit een rups gezien. Ik ben onder die bomen gaan staan, terwijl daar toch nadrukkelijk ‘pas op’ op staat, maar ik zie niets en ik voel niets, er overkomt mij helemaal niets. Niks ‘pas op’ dus. Niet de rups lijkt de plaag, eerder die lelijk plastic linten. Onmiddellijk stoppen met die onzin, zou ik zeggen.

Maandag 16 juli, Lhee

Het gaat niet goed met Gijs. Vorige week at en dronk hij niet meer. De dierenarts vertelde ons dat een kat niet langer dan 48 uur zonder drinken kan. Over de reden van zijn hongerstaking kon ze niet meer vertellen dan dat het een oude kat is. 14,5 jaar voor een kat met de grootte van Gijs is oud.
Ze wilde hem een nierdialyse geven, maar na onderzoek bleek dat het niet aan zijn nieren lag. Het enige wat we konden doen was hem dwangvoeding geven om hem te laten overleven. Zo kwam het dat we voor Gijs, een trotse, autonome kat, vernederende activiteit moesten ontwikkelen. Met tegenzin gaven we hem te drinken en te eten. Gelukkig hielp het. Op een gegeven moment begon hij zelf weer te eten en te drinken.
Echt goed gaat het niet met Gijs. Hij drinkt en eet mondjesmaat. Hij is inmiddels enorm vermagerd. Van de grote tijger die hij ooit was, is niet zoveel meer over. Daar komt bij dat hij vaak moet overgeven. We zorgen er goed voor dat hij te eten en te drinken krijgt. Het zou me echter niet verbazen dat hij op een dag zich in het bos terugtrekt en daar als een trotse kater, teruggetrokken in een hol, gaat sterven.

Zondag 15 juli, Amsterdam

Het echtpaar Tonen-Kaastra shopt dit weekend in Amsterdam. Winkel in en winkel uit. Buiten de winkels is het zomer. Mensen koesteren zich in de zon en vermaken zich met spelevaren en vissen. Amsterdam op zijn mooist. De grachten, de bootjes, de panden uit De Gouden Eeuw. Het is een gouden zomer. ’s Avonds eten bij Kaagman & Kortekaas. Wat wenst een mens nog meer? Ik zou het niet weten.

Zaterdag 14 juli, New York/Amsterdam

Portraiture.

Vrjidag 13 juli, Dwingeloo

Sinds we in Lhee wonen hebben we ons voorgenomen een keer te gaan picknicken bij een van de vennen op het Dwingelderveld. Het is er nooit van gekomen. Tot vandaag. Bij het ven waar we de honden te water laten, spreidden wij ons picknicklaken.
Helaas viel al snel de schaduw over de plek. We pakten ons kleedje op en liepen naar de grafheuvel honderd meter verderop. Boven op de grafheuvel, uitzicht over het Dwingelderveld, nuttigden we de vis, de kaas en de wijn. Heel langzaam ging de zon onder.

Donderdag 12 juli, Groningen

3x Groningen.
Vanmiddag naar het Groninger Museum waar een tentoonstelling is met foto’s van David LaChapelle (1963). Hij begon zijn carrière met fotograferen voor Andy Warhols tijdschrift Interview. Door zijn vernieuwende aanpak behoorde LaChapelle al snel tot de meest invloedrijke fotografen ter wereld. Zijn spectaculaire, kleurrijke en vaak controversiële portretten van beroemdheden zijn uitgegroeid tot archetypische symbolen van deze tijd. Deze eerste grote solotentoonstelling in Nederland belicht met ruim 70 werken verschillende disciplines uit het oeuvre van de kunstenaar. Ook introduceert dit uitgebreide overzicht LaChapelles nieuwste serie New World, waarin hij het “onfotografeerbare” probeert te fotograferen in een zoektocht naar het paradijs. Mooie tentoonstelling. Op de middelste foto een fotoserie van hem.

Woensdag 11 juli, New York/Lhee

3x New York in kleur. Ik krijg maar niet genoeg van New York. Met plezier bewerk ik de foto’s.

Dinsdag 10 juli, New York/Lhee

3x straatfotografie New York.

Maandag 9 juli, Amsterdam

Een paar vragen:
Is kunst er voor om vertrouwd te worden?
Wat is er in deze wereld wel te vertrouwen?
Wie heeft dit op deze muur geschreven?
Waarom heeft hij of zij het op de muur geschreven?
Waarom is dit zo belangrijk om op een muur te zetten?
Wat is de waarde van kunst die volledig is te vertrouwen?
Is kunst er juist niet om helemaal niet vertrouwd te worden?
Is het interessante van veel kunst niet dat het juist helemaal niet te duiden is?
Wat betekent vertrouwen in dezen?
Wat is het criterium voor vertrouwen?
Zijn alle uitingen van kunst überhaupt onder één noemer te vangen?

Zondag 8 juli, New York/Amsterdam

In het Koninklijk Theater Carré gaat Het Pauperparadijs in première. Bij dit soort gelegenheden neem ik mijn camera nooit mee. Moet ik niet aan denken, ik zou me kapot generen. Het gevolg is dat ik geen foto’s heb van dit gedenkwaardig gebeuren. Ik heb wel foto’s van huidige paupers, genomen in New York. Het probleem dat generaal Johannes van den Bosch, die ooit de Maatschappij der Weldadigheid oprichtte, probeerde op te lossen, bestaat nog steeds. Met meneer Trump aan het roer zal het probleem zeker niet kleiner worden.

Zaterdag 7 juli, Moddergat/Leeuwarden

In Moddergat is het volop zomer. De bermen en de velden staan in volle bloei. Meestal gaan we zelf in de herfst en winter naar Moddergat. In de andere jaargetijden is het hoofdkwartier van Dossiermoddergat meestal verhuurd. Daarom is de zomer vaak een verrassing. Als we er komen, lijkt het feest daar. De gewassen op de velden, de bermen in bloei, de dijk de ideale plek om naar het wad te staren. Zon overgoten land, zijn we niet gewend.
Na Moddergat gaan we naar Leeuwarden, de culturele hoofdstad van Europa. In de hoofdstad wordt de taal gevierd. Op het Oldenhoofsterkerkhof staat in diverse talen: Language makes us human. Aan een van de zijde van het plein staat het Land van Taal. Of beter, in het Fries: Lân fan taal. Een gebouw waar de menselijke taal centraal staat. Op blokjes voor de ramen zijn duizenden woorden uit andere talen verzameld.

Vrijdag 6 juli, Lhee

In de avond lopen we een rondje rond de es. De es ligt tussen het dorp Dwingeloo en ons huis aan de Bosrand. Wat een es is? Google zegt daar het volgende over: ‘Een es of esch in oude spelling, (ook: eng of enk (het Gooi, Veluwe, Salland, Achterhoek, Twente), akker (Noord-Brabant), veld (Limburg) of kouter (Vlaanderen)) is een hoog gelegen akker, te vinden op de zandgronden van Noord-, Oost-, Midden- en Zuid-Nederland en Vlaanderen.’

Donderdag 5 juli, Amsterdam

2x foto’s uit Amsterdam.

Woensdag 4 juli, Lhee

Ik moet mijn fiets bij de fietsenmaker halen, hij staat daar al twee weken. Ik besluit erheen te lopen en mijn camera mee te nemen zodat de kijker van dit beeldblog een idee heeft van de straat en de omgeving waar ik woon.

Bovenste foto is de straat die ik moet aflopen, de Bosrand. Links staat ons huis. Op weg.
De foto daaronder is een huis dat schuin tegenover ons huis staat. Het is pas nieuw gebouwd. Een kleine Drentse boerderij heeft plaats moeten maken voor dit huis. Met kleine stappen verandert een omgeving zo compleet.
Sommige dingen blijven bij het oude. Even doorlopen en dan komen we bij een compleet authentieke boerderij, bewoond door Boer Sil en zijn ouders. Sil boert biologisch dynamisch en met zes paarden bewerkt hij zijn land. Voor het huis zijn altijd verse groente te koop.
Naast het huis heeft hij boekweit gezaaid dat nu bloeit. Het schijnt een Walhalla te zijn voor insecten en speciaal bijen die het in deze wereld verder verrekte moeilijk hebben. Maar dat ligt natuurlijk niet aan al die boeren die Roundup gebruiken. Waarom die bijen wel sterven weten ze niet. Maar het ligt niet aan de Roundup. Overigens: de bloemen die je bij Intratuin koopt zijn ook bespoten met Roundup.
In en om onze straat zijn er volop campings. ’s Winters is het erg rustig bij Albert Heijn. ’s Zomers vertienvoudigd het dorp qua mensen, of misschien wel meer, dan lijkt de Albert Heijn in een grote stad te liggen.
Op het einde van onze straat, verscholen tussen de bomen, ligt een Joods kerkhofje. Het bestaat uit zo’n twintig tot dertig graven. De geschiedenis van het kerkhofje ken ik niet. Ik beloof erachter aan te gaan.
Als ik de straat ben uitgelopen en rechtsaf richting dorp loop, ligt aan mijn linkerhand het planetarium van Dwingeloo. Op Google zie ik dat het planetarium 70.000 bezoekers per jaar trekt. Dat zouden ze willen. Deze trekpleister is al jaren failliet en staat te koop. Ben benieuwd wie het ooit gaat kopen. Mislukt toeristisch project dus.
Ten slotte kom ik bij de brink van Dwingeloo, het hart van het dorp. Ik heb inmiddels veel Drentse dorpen gezien, en ik koester geen enkel chauvinistisch gevoel ten opzichte van Dwingeloo, ik ben slechts een passant, maar deze brink is verreweg de mooiste. Ruim opgezet, een grote vijver iets uit het midden, een muziektent erbij, alles authentiek. In tegenstelling tot veel dorpen, waar de RABO bank en een gemeentehuis vaak in moderne gebouwen de boel verpesten, staan rond deze brink nog de oude huizen, de oude bomen. Op deze brink zie ik zelfs regelmatig eekhoorntjes lopen.
Shit. De fietsenmaker heeft lunchpauze. Moet ik drie kwartier wachten voordat hij opengaat.

Dinsdag 3 juli, New York/Lhee

De hele stad is een kantoor, zelfs voor de dakloze. Hier een impressie uit New York.

Maandag 2 juli, Lhee

Ik ga naar buiten om op onze tuinbank te lezen. Als ik wil gaan zitten, zie ik het vogeltje liggen, kaal, kwetsbaar, ten dode opgeschreven. Het beestje is waarschijnlijk uit zijn nest gegooid, of gevallen. Het is de tweede keer dat we op deze plek zo’n hulpeloos vogeltje vinden. Boven de bank broeden mussen. Vermoedelijk zijn ze met hun tweede leg bezig.
Het vogeltje heeft een blauw, bijna doorzichtig buikje. Geen veertje te zien, de adertjes vinden hun weg door het lijfje. Met veel moeite draait het vogeltje zich om, doet zijn uiterste best om te blijven leven. Gijs heeft hem nog niet gezien. Vraag: wat moet ik doen? Ik maak snel een paar foto’s. Dan besluit ik hem dood te maken, een einde aan het lijden te maken. Het vogeltje heeft geen enkele kans om te blijven leven.
Nou moet ik bekennen dat ik nog nooit een levend wezen heb doodgemaakt. Ik ben een ongelooflijke schijter als het om dit soort dingen gaat. Ik geloof dat ik me makkelijker zelf van het leven kan beroven dan een einde aan het leven van een ander kan maken. Maar ik heb geen keuze. Het lijden is te groot. Ik pak wc-papier en wikkel het lichaampje erin. Ik gooi het in de vuilnisbak en plet het met een steen. Uit zijn lijden verlost.
Later op de avond komt Wyb thuis en vertelt dat ze dat andere vogeltje aan Gijs heeft gegeven. Was ook een mogelijkheid geweest. Natuur voedt natuur. Ik heb er wel aan gedacht, maar vond het een te wreed idee dat Gijs er zijn tanden in zou zetten. Sentimentele overweging. Een steen is niet minder wreed. Alhoewel. Grote kans dat Gijs met het beestje zou zijn gaan spelen. Ik heb het in één keer uit zijn lijden verlost.

Zondag 1 juli, Lhee

Soms zie je de dingen waar je aan gewend bent opeens met andere ogen. Ik had het deze week tenminste twee keer.
De eerste keer was toen we terugkwamen uit New York. Eind van de middag ging Jan zijn blog schrijven. Natuurlijk deed hij dat achter mijn ultra kleine bureautje waar ik altijd met zoveel plezier aan werk. Altijd als Jan en Connie op ons huis en vooral Gijs passen, werkt Jan achter mijn bureautje. Toch zag die werkplek er opeens anders uit. Het leek alsof hij nooit van mij is geweest, dat het Jan’s bureautje was en zeker niet van mij.
Gisteren gebeurde het weer. Wyb hing de was op. Ik kwam terug van de brievenbus, kijken of er post was. En opeens zag ik onderstaand tafereel. Het zag er zo ouderwets uit, zo platteland, zo boerderij, zo boers, dat ik er een foto van moest maken. Ik kon me niet voorstellen dat dit huis en deze omgeving is waar we momenteel wonen. Het leek weggelopen uit een ander tijdperk.

alle rechten voorbehouden © gerard tonen 2015