Dossiermoddergat.nl
gerardtonenblogt2021, augustus
Wacht
Zondag 22 augustus, Groningen
Wacht
De bomen zijn gestopt met ritselen.
Het glas beslaat: krasjes, barstjes.
De velden zijn kaal, verdord,
en de geuren zijn allang verwaaid.
In de huid vormen zich scheuren,
breuklijnen, kraters, valleien, droogte,
steeds meer droogte, de bronnen
verdampen, meer en meer.
Ik zit op de veranda.
En wacht. Wacht af.
Fitness
Zaterdag 21 augustus, Groningen
Als je na een lange tijd thuiskomt lijkt het alsof je nieuwe ogen hebt. Wat vertrouwd was, wat je normaal gesproken nauwelijks meer opmerkt, heeft een nieuwe glans. Het leven lijkt een nieuwe belofte in te houden. Dagelijkse zorgen zullen er niet meer zijn, het leven gaat vanaf nu helemaal crescendo.
De meeste mensen maken goede voornemens bij aanvang van een nieuw jaar. Ik doe dat als ik terugkom van vakantie. Zo zal mijn lijf eraan moeten geloven. Volgende week word ik weer lid van een fitnessclub en ga ik twee keer in de week zorgen dat mijn lichaam een beetje in vorm blijft. Al trekkend door Frankrijk maakte ik elke dag wel meer dan tienduizend stappen per dag. Dat was een geruststellende gedachte, maar ik merk toch dat mijn lijf ouder wordt. De vroegere souplesse en kracht neemt af, moet ik toegeven. Het antwoord: fitness.
Ik hoor mijn kinderen al lachen. ‘Geer, schei uit, fitness. Na vier keer stop je weer.’ En ik vrees dat ze gelijk hebben. Niets deprimerender dan een fitnessruimte. Al die wanhopig aan apparaten trekkende mensen. Voor mij zeer demotiverend zijn al die mensen die er nog plezier in hebben ook. Die met het grootste gemak en vol overtuiging hun lijf nog sterker maken. Waarom? Genoeg is genoeg, lijkt me Hoe kan het dat je lol hebt aan die apparaten en dat zweet?
Daartussendoor lopen de stumpers als ik. Ze houden hun buiken zoveel mogelijk in. Hun borst iets meer naar voren zodat het uitgezakte lijf iets minder uitgezakt lijkt. Ze beklimmen de hometrainers omdat het moet. Voor hen is het de enige remedie om het verval enigszins te vertragen. Maar laat ik mijzelf niet te veel in de put praten en mij laten afleiden door het lachen van de kinderen, er dient getraind en nu heb ik er zin in.
Voor het geestelijk welzijn is thuiskomen iets minder goed. Ik kijk weer televisie en zie de beelden in Kabul en hoor het politieke gewauwel van de dames Bijleveld, Broekers-Knol en Kaag (ga je schamen, mens). Waarschuwing aan de wereldbevolking (voor minder doe ik het niet): trek in oorlogen nooit samen op met Nederlanders. Het zijn egoïstische lafbekken die je in de steek laten. Ik denk aan de Molukkers, de mensen in Sebrenica. Nu weer de Afghanen. Barmhartigheid? Kijk eens hoe de Joden na de Tweede Wereldoorlog in Nederland zijn ontvangen. Hoe kan het dat Nederlanders zo’n hoge dunk van zichzelf hebben?
Doucement, doucement
Vrijdag 20 augustus, Groninge
Ik moet mij toch even verantwoorden. Ik krijg een mailtje van Paul van Velp die zich zorgen over Dossiermoddergat maakt. Hoe kan het dat er geen blogs meer verschijnen? Wat is er aan de hand? Ik kan er kort over zijn: het is de schuld van de Fransen.
Natuurlijk doen de Fransen ook wel eens iets goed. Zo zijn ze erg goed in evacueren. Zoals iedereen die een beetje vooruit denkt, wisten ze dat het fout ging in Afghanistan. Al maanden waren de Fransen bezig om voor hun landgenoten en iedereen die hen hielp een goede aftocht voor te bereiden. Dat is wat anders dat het slappe goedpraten van slampamperij van de dames Bijlerveld, Kaag en Broekers-Knol (ja, die mevrouw die zo graag op televisie zingt. Zo gezellig). Ik kan me soms zo schamen Nederlander te zijn.
Maar wat het ontbreken van het blog is de schuld van de Fransen. Mooi land, qua landschap en qua weer, verder moeten we medelijden hebben president Emmanuel Macron. Je zult maar president zijn van zo’n conservatief volk. Zich een beetje inspannen voor goed internet, ho maar. Waar je ook komt: ellendig internet, ellendige telefonisch ontvangst. Het overgrote deel van de Franse natie draait nog op 3G, ze komen niet verder dan 4G met twee streepjes. Het is allemaal te weinig om eens een mooi blog of foto te uploaden. En het is ook weer niet zo dat ik die blogjes voor mezelf schrijf. Bij mij ligt het criterium op een of twee lezers buiten Wyb en mijzelf, dan vind ik het prima. Maar dan moet ik wel iets op internet kunnen zetten.
Ik was de afgelopen periode toeschouwer van diverse bruiloften en daar zag ik het: in tegenstelling tot Nederland grijpen bitter weinig Fransen naar hun mobiele telefoon. Als er bij ons iets bijzonder gebeurt staat iedereen met zo’n apparaat in zijn hand foto’s te maken. In Frankrijk beleven ze het moment gewoon live. Het gevolg is dat niemand klaagt over die ellendige Franse digitale wereld, ze maken er toch nauwelijks gebruik van.
Overigens ben ik van mening dat het Fransen per decreet moet worden verboden honden te houden. Honden opvoeden, ze kunnen er geen hout van. Ze snappen gewoon de hondentaal niet. Vrijwel geen enkele hond is daar gesocialiseerd. Men koopt zo’n beest, zet hem in de tuin en vervolgens wordt elke andere hond vermeden. Gevolg: valse krengen.
Arme beesten, als ze al een keer mee mogen wandelen, worden ze strak aan de lijn gehouden en als een andere hond in beeld komt, begint het baasje keihard ‘doucement, doucement,’ te schreeuwen. Ik zou zeggen: eerst de bazen op hondencursus om hen de taal van de honden te leren, vervolgens baas en hond samen op hondencursus. Ik hoop dat ze er tijd voor hebben, want de kans is groot dat ze druk zijn met staken of vechten met de politie omdat hen weer eens een vermeend recht wordt afgepakt. Stel je voor dat je 52 bent en niet met pensioen mag. Ik vertelde ooit aan een Fransman dat je in Nederland met 66 jaar en 4 maanden met pensioen gaat. Waarop hij liet weten dat hij Nederland een fascistisch land vond.
Lezen
Zondag 8 augustus, Issigeac
Ik was erg enthousiast over de uitvinding van de e-reader. Honderden, misschien wel duizenden boeken in een plat apparaatje dat je altijd bij je kunt hebben. Wat een feest. In het begin gebruikte ik het nieuwe apparaat volop. Zoals de kettingroker altijd een pakje sigaretten bij zich heeft, zo kan de kettinglezer altijd boeken bij zich hebben. Tijdens mijn vele treinreizen heb ik hierdoor zoveel kunnen lezen. Ideaal.
Maar als ik thuis zat, in de gezelligheid van huis- of studeerkamer, dan was het apparaat toch kil en onpersoonlijk. Om mij heen stonden dan gelezen boeken vol karakter in de boekenkast. Boeken met een eigen omslag. Oude boeken met vergeeld papier. Nieuwe boeken vol belofte. Boeken waaraan ik goede herinneringen had. In een e-reader zijn alle boeken hetzelfde. Langzaamaan pakte ik steeds vaker een fysiek boek. De e-reader nam ik nog wel eens mee in de trein, maar steeds minder. Uiteindelijk belandde het ding in een la, ongebruikt, afgedankt. Ik herontdekte de schoonheid en de voordelen van het papieren boek weer. Het is zo lekker om een boek in de handen te hebben. Het genot een boek open te slaan, het papier te voelen.
Aan het begin van onze trektocht door Frankrijk was ik van plan veel te lezen. Ik had daar ook alle tijd voor. Wybrich op die trouwlocatie aan het werk, ik op het terras aan het lezen. Omdat ik niet zoveel boeken kon meenemen, keek ik of de e-reader het nog deed. Ik moest lang zoeken naar het snoertje om hem op te laden. Gelukkig bleek hij het nog te doen en het ding heeft ervoor gezorgd dat ik inderdaad veel heb kunnen lezen. Ik vond het opnieuw fijn te kunnen constateren dat de manier waarop je een boek leest niet de kracht van het verhaal aantast. Op papier of scherm, het verhaal neemt je altijd mee.
Er is iets dat mij het meest ergert aan zo’n e-reader. Neem nu het boek dat ik momenteel lees, Timboektoe van Paul Auster. Als ik het op de e-reader sluit, krijg ik de mededeling dat ik 44%. heb gelezen en dat ik nog twee uur heb te gaan. Waarom krijg ik die mededeling? Ik lees om de tijd op te heffen. Waarom lezen omringen met data. Door te lezen wil ik mij juist van data bevrijden. Ik wil niet weten hoe lang ik nog moet lezen. Het voordeel van een fysiek boek. Je kijkt naar de dikte van het aantal pagina’s dat resteert en je weet dat je het gelukkig nog lang niet uithebt.
Tot overmaat van ramp geeft de e-reader, als ik het boek uitheb, aan hoe lang ik erover heb gedaan. Hoe snel ik gemiddeld een pagina las en nog wat van die onzin. Als ik Timboektoe uit heb, wil ik aan de biografie van Philip Roth beginnen. Mijn e-reader geeft aan: 1702 pagina’s, nog 23 uur te gaan. Dan heb je toch eigenlijk helemaal geen zin meer.
Properiétaire
Zondag 1 augustus, Saint-Felix-de-Pallières
Twee keer heb ik samen met een andere directeur een bedrijf geleid. Ondanks dat ik vond dat je dat eindelijk niet moest doen. Het is bekend dat twee kapiteins op een schip rampzalige gevolgen kan hebben. De laatste keer was een groot succes. Met Matthijs Rümke leidde ik acht jaar lang Het Zuidelijk Toneel. Een samenwerking waar ik met warmte op terugkijk. Wij bewezen dat twee kapiteins op een schip wel goed kan uitpakken. Ik durf te beweren dat we als twee-eenheid opereerden, waarbij we meningsverschillen niet uit de weg gingen. De eerste keer was het een ramp. Ik werkte met een dame samen waar geen lijn in te onderkennen viel. Ze had alleen oog voor details, afspraken waren met haar niet te maken. Het was willekeur & wispelturigheid. We gingen samen met afspraken een vergadering in en staande de vergadering zag ik haar het tegendeel bepleiten.
We zaten een keer met een belangrijke zakenrelatie te vergaderen in het theaterrestaurant. Op een gegeven moment klimt ze op een tafeltje. Rond de lamp boven het tafeltje zag ze spinnenwebben hangen. De zakenrelatie leek er van gecharmeerd en zei: ‘Ze ziet ook alles, hè?’ Ondertussen dacht ik aan de miljoenen tekorten die dreigden als we niet zouden reorganiseren en die ze maar niet wilde zien.
‘Mijn grote ambitie is om directeur van Schiphol te worden,’ hoorde ik haar diverse keren zeggen. Het niet te hopen voor Schiphol en de Nederlandse Staat dat ze die ambitie verwezenlijkt, dacht ik er dan meteen bij.
Een paar jaar later verliet ze het net geopende theater met een tekort van bijna twee miljoen. Ze ging bij een nog groter theater werken en dat moest ze na twee jaar verlaten met een tekort van drie miljoen. Ik weet niet of ze ooit nog ergens werk heeft gevonden. Schiphol is in ieder geval aan een grote ramp ontsnapt. Onze samenwerking duurde zo kort mogelijk.
Deze dagen word ik terug geworpen in het verleden. Mijn oud-collega blijkt een tweelingzus te hebben. De eigenaresse op het domaine waar we nu werken vertoont hetzelfde gedrag: willekeur & wispelturigheid. Veel details zien, geen grote lijnen, je weet nooit of een afspraak een afspraak is. Het fijne voor mijn oud-collega en de propriétaire is dat zij nooit schuld hebben, altijd heeft de ander het gedaan.
Toen wij hier zes weken geleden kwamen lag de vraag nog voor of wij volgend jaar voor een veel langere termijn op het domaine wilden werken. Die vraag is inmiddels beantwoord: zes weken was de max. Ik heb één keer met mijn oud-collega moeten samenwerken, dat wordt nooit een tweede keer. Het leven is te kort om te laten verpesten door slechte managers.
Nog één nachtje hier slapen. De boel opruimen en schoonmaken. En dan gaan Wyb en ik weer moedig zijwaarts de wijde wereld in.
alle rechten voorbehouden © gerard tonen 2021